Operation Manual

20 15 10 5 0 – 5 – 10 – 15 – 20
20
30
40
50
60
70
80
90
0.2
0.6
1.0
1.2
1.5
2.02.53.03.54.0
Buitentemperatuur in C
A
anvoertemperatuur
in C
Stooklijnen
Afb. G.1 Diagram met stooklijnen bij een
ingestelde kamertemperatuur van 20°C
As a
2022
18
Aanvoertemperatuur
Buitentemperatuur
Afb. G.2 Parallelle verschuiving van de stooklijn
Indien stooklijn 1.5 geselecteerd is en de
kamertemperatuur niet op 20°C maar op 22°C ingesteld
is, dan verschuift de stooklijn zoals in afb. G.2
weergegeven. Bij de 45° hellende as a wordt de stooklijn
parallel verschoven overeenkomstig de waarde van de
ingestelde kamer-temperatuur. D.w.z. bij een
buitentemperatuur van 0°C zorgt de regeling voor een
aanvoertemperatuur van 67°C.
Aanvoertemperatuur CV-installatie
Uw CV-toestel verwarmt water dat door de CV-installatie
wordt gepompt. De temperatuur van dit warme water bij
het verlaten van de ketel wordt aanvoertemperatuur
genoemd.
Binnentemperatuur
De binnentemperatuur of ook kamertemperatuur is de
daadwerkelijke temperatuur in uw woning.
Parameter
Parameters zijn eigenschappen van uw CV-installatie.
Deze eigenschappen kunt u beïnvloeden door de waarde
van een parameter te wijzigen, bijv. de waarde van de
parameter „Verlagingstemperatuur“ van 15°C naar 12°C
verlagen.
Kamerschakeling (bedieningsniveau voor de
installateur)
Op de displaypagina C8 „HK1 parameter“ kan in het
menupunt „Kamerschakeling“ worden vastgelegd of de
ingebouwde temperatuurvoeler in de calorMATIC 430 of
de afstands-bediening gebruikt wordt. Voorwaarde is,
dat de calorMATIC 430 op de muur gemonteerd resp. de
afstandsbediening VR 81 aangesloten is.
In het menupunt „Kamerschakeling“ zijn de volgende
invoeren mogelijk:
Geen
De temperatuurvoeler wordt niet voor de regeling
gebruikt.
Uitschakeling
De ingebouwde temperatuurvoeler meet de actuele
kamertemperatuur in de referentiekamer. Deze
waarde wordt vergeleken met de ingestelde
kamertemperatuur en leidt bij een verschil tot
aanpassing van de aanvoertemperatuur.
Thermostaat
De ingebouwde temperatuurvoeler meet de actuele
kamertemperatuur in de referentiekamer. Als de ge-
meten waarde onder de ingestelde
kamertemperatuur ligt, wordt de
aanvoertemperatuur verhoogd, ligt de waarde boven
de ingestelde kamertemperatuur, dan wordt de ketel
uitgeschakeld.
Het gebruik van de kamerschakeling leidt in combinatie
met een zorgvuldige gekozen stooklijn tot een optimale
regeling van de CV-installatie.
Ingestelde kamertemperatuur
De ingestelde kamertemperatuur is de temperatuur die
in uw woning moet heersen en die u op de
klokthermostaat heeft ingevoerd. Uw ketel verwarmt net
zo lang tot de binnen-temperatuur overeenkomt met de
ingestelde kamertemperatuur.
Bij de invoer van tijdprogramma's wordt de ingestelde
kamertemperatuur ook comforttemperatuur genoemd.
Ingestelde waarden
Ingestelde waarden zijn de door u gewenste waarden,
die u in uw klokthermostaat heeft ingevoerd. bijv. de
ingestelde kamertemperatuur of de ingestelde
temperatuur van de boiler.
Bijlage
Verklarende woordenlijst
Bedienings- en installatiehandleiding calorMATIC 430