Operation Manual

9Gebruiksaanwijzing ecoCOMPACT
BE nl
Daarnaast kunt u uit de weergegeven symbolen de vol-
gende informatie winnen:
1
Weergave van de actuele verwarmingsvoorloop-
temperatuur of weergave van een status- of
foutcode
Storing in de verbrandingsluchttoevoer/
verbrandingsgasafvoer
Storing in de verbrandingsluchttoevoer/
verbrandingsgasafvoer
Permanent aan: verwarmen actief
Knippert: branderafsluittijd actief
Warmwaterbereiding actief
Permanent aan: modus boilerlading is
in stand-by
Knippert: boilerlading is in bedrijf,
brander aan
Verwarmingspomp is in bedrijf
Intern gasventiel wordt aangestuurd
Vlam met kruis:
Storing tijdens branderbedrijf;
toestel is uitgeschakeld
Vlam zonder kruis:
normaal branderbedrijf
4.2 Maatregelen voor de inbedrijfname
4.2.1 Afsluitinrichtingen openen
Aanwijzing!
De afsluitinrichtingen zijn niet inbegrepen in de
leveromvang van uw toestel. Ze worden door uw
installateur geïnstalleerd. Die moet u informatie
geven over de plaats en het gebruik van deze
bouwdelen.
Open de gasafsluitkraan door de kraan in te drukken
en in tegenwijzerzin tot aan de aanslag te draaien.
Controleer of alle onderhoudskranen geopend zijn. Dit
is het geval als de kerf in het vierkant van de onder-
houdskranen met de buisleidingsrichting overeenkomt.
Als de onderhoudskranen gesloten zijn, dan kunnen ze
met behulp van een gaffelsleutel met een kwartdraai
naar rechts of links geopend worden.
Open het koudwaterafsluitventiel door het ventiel in
tegenwijzerzin tot aan de aanslag te draaien.
Vul het warmwaterreservoir in het compacte gastoe-
stel met water. Open hiervoor een warmwaterkraan
aan een aftappunt tot er daar water zonder bellen
naar buiten komt.
4.2.2 Toesteldruk controleren
bar
2
13
0
1
Afb. 4.4 Vuldruk van de cv-installatie controleren
Controleer de vuldruk van de installatie aan de mano-
meter (1). Voor de perfecte werking van de cv-installa-
tie moet bij een koude installatie de wijzer aan de
manometer (1) tussen 1,0 en 2,0 bar vuldruk staan.
Staat hij onder 0,75 bar, gelieve dan water bij te vullen
(zie paragraaf 4.8.4).
Strekt de cv-installatie zich over meerdere verdiepingen
uit, dan kan een hogere vuldruk van de installatie nodig
zijn. Vraag hierover om advies bij uw installateur.
4.3 Inbedrijfname
Attentie!
Gevaar voor beschadiging!
De hoofdschakelaar mag pas ingeschakeld wor-
den als het warmwaterreservoir in het compacte
gastoestel gevuld is (zie paragraaf 4.2.1) en de
cv-installatie voldoende met water gevuld is
(zie paragraaf 4.2.2).
Neemt u dit niet in acht, dan kunnen pomp en
warmtewisselaar beschadigd worden.
Bediening 4