Operation Manual

Gebruiksaanwijzing hrEXCLUSIEF 0020020064_0114
4.6.4 Kamer(klok)thermostaat of weersafhankelijke
regeling instellen
2
1
Afb. 4.13 Kamer(klok)thermostaat of weersafhankelijke regeling
instellen
• Stel de kamer(klok)thermostaat (1), de weersafhanke-
lijke regeling en de (thermostatische) radiatorkranen
(2) volgens de betreffende gebruiksaanwijzingen van
deze onderdelen in.
4.7 Statusaanduidingen (voor onderhouds- en
servicewerkzaamheden door de installateur)
Heizbetrieb - Bren
1
2
Afb. 4.14 Statusaanduidingen
De statusaanduidingen geven informatie over de opera-
tionele toestand van het toestel.
Activeer de statusaanduidingen door de toets „i” (1) in
te drukken.
Op het display (2) wordt nu de betreffende statuscode
weergegeven, bijv. „S. 4” als de brander aan is. De
betekenis van de belangrijkste statuscodes vindt u in de
onderstaande tabel.
Tijdens omschakelfases, bijv. na herstart door het
uitblijven van de vlam, wordt kort de statusmelding „S.
weergegeven.
Schakel het display terug in de normale modus door
nog een keer de toets „i” (1) in te drukken.
Weergave Betekenis
Weergave tijdens cv-functie
S. 0 Geen warmtevraag
S. 1 Cv opstarten ventilator
S. 2 Cv opstarten pomp
S. 3 Cv ontsteking
S. 4 Cv brander aan
S. 6 Cv nalopen ventilator
S. 7 Cv nalopen pomp
S. 8 Resterende wachttijd cv
S.31 Zomerfunctie actief
S.34 Cv vorstbeveiliging
Weergave tijdens warmwaterfunctie
(VHR NL C-toestellen)
S.10 Warmwatervraag
S.14 Warm water brander aan
Weergave tijdens boilerlaadfunctie
(VHR NL S-toestellen)
S.20 Oproep boiler laden
S.24 Boilerlading brander aan
Servicemelding
De servicemelding verschijnt indien nodig en verdringt
de normale statustekst.
S.85 Servicemelding hoeveelheid circulatiewater
Tab. 4.1 Statuscodes en hun betekenis (keuze)
4.8 Verhelpen van storingen
Als zich problemen voordoen bij het gebruik van uw gas-
wandketel, kunt u de volgende punten zelf controleren:
Geen warm water, cv blijft koud; toestel wordt niet
ingeschakeld:
Zijn de gaskraan in de toevoerleiding van het pand en
de gaskraan van het toestel geopend (zie paragraaf
4.2.1)?
- Is de koudwatertoevoer gewaarborgd (zie para-
graaf 4.2.1)?
Is de elektriciteitsvoorzieining in het pand
ingeschakeld?
Is de aan/uit-schakelaar van de gaswandketel
ingeschakeld (zie paragraaf 4.3)?
Is de draaiknop om de aanvoertemperatuur van de
gaswandketel in te stellen niet tot de linker aanslag
gedraaid, dus op vorstbeveiliging gezet
(zie paragraaf 4.4.)?
Is de waterdruk van de cv-installatie voldoende
(zie paragraaf 4.2.2)?
Zit er lucht in de cv-installatie?
Is er sprake van een storing bij de ontsteking
(zie paragraaf 4.7.2)?
4 Bediening