Operation Manual

5 Inbedrijfname
hrEXCLUSIEF VHR 45 S20
Ga verder als de gasvoordruk zich tussen de eerder
genoemde waarden bevindt:
Neem het toestel uit bedrijf;
sluit de gasstopkraan;
•verwijder de manometer en draai de schroef (1) weer
vast;
open de gasstopkraan;
•controleer de schroef (1) op gaslekkage;
monteer de voorplaat en neem het toestel weer in
bedrijf.
Als de gasvoordruk zich niet binnen de eerdergenoemde
waarden bevindt, moet de drukregelaar van de gasinstal-
latie worden gecontroleerd. Neem hiervoor contact op
met het energiebedrijf of de gasleverancier.
Afb. 5.3 Dynamische gasvoordruk meten
5.3 CO
2
-instelling controleren/instellen
Neem de bekleding van het apparaat eraf.
•Activeer het testprogramma P.1:
•Schakel "Net AAN " of druk de Ontstoor--toets in.
Druk nu de " " toets in tot P.0 verschijnt in het display
(ca.5 s).
Druk dan 1x de " " toets in.In het display verschijnt P.1 .
Door de " " toets in te drukken wordt nu het testpro-
gramma P.1 gestart.
Het apparaat loopt nu 15 minuten met maximale capa-
citeit.
•Wacht minstens 5 minuten tot het apparaat de bedrijf-
stemperatuur heeft bereikt.
Meet het CO
2
-gehalte aan de controleaansluiting voor
afvoergas (3)(afb.5.4).Vergelijk de meetwaarde met de
betreffende waarde in tab.5.2.
Als een instelling van de afvoergaswaarde vereist is,
draai dan de schroef (4)los en klap de luchtaanzuig-
buis (5)90 ° naar voor..
Neem de luchtaanzuigbuis niet eraf!
5.1.4 Vullen van de condenswatersifon
Gevaarlijk!
Als het toestel met een niet-gevulde condens-
watersifon in bedrijf wordt genomen, bestaat het
gevaar van vergiftiging door uitstromend ver-
brandingsgas.
Vul de sifon als volgt:
•Schroef het onderste gedeelte (1) van de condenswa-
tersifon af;
•Vul het onderste gedeelte (1) voor
3
/4 met water;
•Schroef het onderste gedeelte weer op de condenswa-
tersifon.
Afb. 5.2 Sifon vullen
5.2 Controle van de gasvoordruk (dynamisch)
Let op!
De ombouw van aardgas naar propaan of omge-
keerd mag uitsluitend door de Vaillant service-
dienst worden uitgevoerd.
Controleer de gasvoordruk als volgt:
•Verwijder de voorplaat van het toestel;
sluit de gasstopkraan;
•draai de schroef (1) met het kenmerk ”in“ enkele sla-
gen los;
sluit de digitale- – of U-buismanometer (2) aan;
open de gasstopkraan;
neem het toestel in bedrijf;
meet de gasvoordruk.
Aardgas:
De gasvoordruk moet tussen de 2,5 kPa
(25 mbar) en 3,0 kPa (30 mbar) bedragen.
Propaan:
De gasvoordruk moet tussen de 3,0 kPa
(30 mbar) en 3,5 kPa (35 mbar) bedragen.
834909_03NL 062004 06.06.2004 23:00 Uhr Seite 20