Operation Manual

3Installatiehandleiding uniSTOR
3 Veiligheidsaanwijzingen en voor-
schriften
3.1 Veiligheidsaanwijzingen
Attentie!
Materiële schade en lichamelijk letsel door
ondeskundige installatie!
De installatie en eerste inbedrijfname mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend
installateur.
Deze is ook verantwoordelijk voor de deskundige
installatie en inbedrijfname conform de voor-
schriften.
Attentie!
Materiële schade door uitstromend water!
Oude of beschadigde pakkingen moet u vervan-
gen.
Inlaatcombinatie met veiligheidsventiel en uitblaas-
leiding
Bij het opwarmen van warm water in de boiler zet het
watervolume uit, daarom moet iedere boiler worden uit-
gerust met een zelf aan te brengen inlaatcombinatie
met veiligheidsventiel van 8 bar en een uitblaasleiding.
Gevaarlijk!
Verbrandingsgevaar door heet water!
Tijdens het opwarmen komt er heet water uit de
uitblaasleiding. De uitblaasleiding moet naar
een geschikte aftapplaats worden geleid, waar
er geen gevaar bestaat voor personen. Sluit
nooit het veiligheidsventil resp. de uitblaaslei-
ding af. Anders kan niet worden uitgesloten dat
de boiler ontploft.
Gevaarlijk!
Verbrandingsgevaar door heet water!
De uitlooptemperatuur aan de tappunten kan bij
de VIH CB 80 C, VIH CB 120 C en VIH CB 150 C
oplopen tot 85 °C.
Gevaarlijk!
Verbrandingsgevaar door heet water!
Controleer bij iedere onderhoudsbeurt of de
inlaatcombinatie goed werkt (zie ook de bedie-
ningshandleiding van de inlaatcombinatie).
Anders kan niet worden uitgesloten dat de boi-
ler ontploft!
Vorstgevaar
Als de boiler gedurende langere tijd in een onverwarmde
ruimte buiten bedrijf blijft (bv. wintervakantie), dan moet
de boiler volledig worden afgetapt.
Veranderingen
Aan boiler of regeling, aan toevoerleidingen voor water,
aan de uitblaasleiding en aan inlaatcombinatie met het
veiligheidsventiel voor het boilerwater mag u geen wijzi-
gingen aanbrengen.
Lekkages
Bij lekkages in het bereik van de warmwaterleiding tus-
sen de boiler en tappunt sluit u de koudwaterkraan aan
de inlaatcombinatie tussen boiler en huisaansluiting en
laat de lekkage door een erkend installateur verhelpen.
3.2 Voorschriften
Voor de installatie van dit toestel moeten bovendien de
volgende wetten, verordeningen, technische regels, nor-
men en bepalingen in de geldige versie in acht worden
genomen:
Aanwijzing!
De volgende lijst met normen maakt geen aan-
spraak op volledigheid.
NEN 1078. Voorschriften voor aardgasinstallaties–
GAVO 1987 (en aanvullingen);
NPR 3378. Toelichting bij NEN 1078;
NEN 2757. Toevoer van verbrandingslucht en afvoer
van rook van verbrandingstoestellen;
NEN 1010. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsin-
stallaties;
NEN 3028. Veiligheidseisen voor centrale verwar-
mingsinstallaties;
NEN 1006. Algemene voorschriften voor drinkwaterin-
stallaties.
- NEN 3215. Binnenriolering - Eisen en bepalingsmetho-
den
– Het bouwbesluit;
Algemene bepalingen van de plaatselijke nutsbedrij-
ven.
De elektrische installatie dient uitgevoerd te worden
conform de NEN 1010 (Veiligheidsbepalingen voor laag-
spanningsinstallaties).
Veiligheidsaanwijzingen en voorschriften 3