Operation Manual

3 Toesteloverzicht
8 Gebruiksaanwijzing icoVIT exclusiv 0020129680_00
Bij het overdragen van de warmte van het rookgas aan het
CV-water koelt het rookgas af. Hierbij ontstaat condenswa-
ter. Het condenswater kan via de rookgascollector in een
externe olieneutralisatie-inrichting afgevoerd worden. De
olieneutralisatie-inrichting neutraliseert het condenswater
vóór het inbrengen in het afvalwatersysteem.
Het CV-water in de ketel heeft een temperatuurgelaagd-
heid. In het bovenste gedeelte van de ketel is het CV-water
heet, in het onderste gedeelte van de ketel is het CV-water
koud. Het hete CV-water stroomt door de CV-aanvoer in de
radiatoren of evt. in een boiler. In de radiatoren geeft het
CV-water zijn warmte aan de omgeving af. Het koude CV-
water stroomt door de CV-retour in de ketel terug. Als een
boiler aangesloten is, dan stroomt via de boilerretour ex-
tra warm water in de ketel. Daardoor ontstaat een optimale
temperatuurgelaagdheid in de ketel.
3.3 Overzicht van de bedieningselementen
De bediening van de belangrijkste functies van de oliege-
stookte HR-ketel gebeurt via bedieningselementen van de
schakelkast, die zich onder het deksel bevindt. In deze scha-
kelkasten kunnen ook de inbouwthermostaten uit het ac-
cessoireprogramma ingezet worden.
3.5: Frontklep openen
De bedieningselementen zijn na het openen van het deksel
toegankelijk.
Bedieningselementen
1
9
8
7
6
5
2
3
4
3.6: Bedieningselementen
1 Display
2 Toets «i»
3 Thermostaat (accessoire)
4 Hoofdschakelaar
5 Toets «+»
6 Toets «−»
7 Toets «Ontstoring»
8 Draaiknop CV-aanvoer-
temperatuur
9 Draaiknop boilertempera-
tuur
Het display toont de actuele CV-aanvoertemperatuur, de
installatiedruk van de CV-installatie, de modus of bepaalde
extra informatie.
De toets «i» dient voor het oproepen van statusinformatie.
De als accessoire verkrijgbare thermostaat regelt de aan-
voertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur au-
tomatisch.
De hoofdschakelaar dient voor het in- en uitschakelen van
het toestel.
De toets «+» dient voor het weergeven van de boilertem-
peratuur (als het toestel met een boilertemperatuurvoeler
uitgerust is).
De toets «−» dient voor het weergeven van de vuldruk van
de CV-installatie.
De toets «Ontstoring» dient voor het resetten van het toe-
stel bij bepaalde storingen.
De draaiknop CV-aanvoertemperatuur dient voor het instel-
len van de CV-aanvoertemperatuur als er geen thermostaat
aangesloten is. Als er een thermostaat aangesloten is, dan
moet de draaiknop CV-aanvoertemperatuur helemaal naar
rechts gedraaid worden.
De draaiknop boilertemperatuur dient voor het instellen
van de boilertemperatuur als een boiler aangesloten is.
Als er een thermostaat aangesloten is, dan moet de draai-
knop helemaal naar rechts gedraaid worden. De thermo-
staat bepaalt de boilertemperatuur.