Operation Manual
4 Werking
14 Gebruiksaanwijzing icoVIT exclusiv 0020129680_00
gen nodig hebt. Alleen bij langere afwezigheid, zoals bijv.
vakantie, loont het de temperaturen verder te verlagen.
▶ Stel de kamertemperatuur tijdens de verlagingstijden
lager in dan tijdens de maximale temperatuurtijden.
Basis / technische gegevens
Verschiltemperatuur ≤5 ℃
4.2.4 Thermostaatkranen en weersafhankelijke
thermostaten of kamerthermostaten ge-
bruiken
Thermostaatkranen op alle radiatoren houden de eenmaal
ingestelde kamertemperatuur exact aan. Als de kamer-
temperatuur boven de op de voelerkop ingestelde waarde
stijgt, sluit de thermostaatkraan automatisch en bij het da-
len onder de ingestelde waarde opent deze weer.
▶ Pas de kamertemperatuur met thermostaatkranen aan
uw individuele wensen aan. Met behulp van thermostaat-
kranen en een weersafhankelijke thermostaat of een ka-
merthermostaat bereikt u een economisch gebruik van
uw CV-installatie.
4.2.5 Verwarming weersafhankelijk regelen
Weersafhankelijke verwarmingsregelingen regelen afhanke-
lijk van de betreffende buitentemperatuur de CV-aanvoer-
temperatuur. Zo wordt ervoor gezorgd dat er niet meer
warmte opgewekt wordt dan momenteel nodig is. Door ge-
ïntegreerde tijdprogramma's worden bovendien gewenste
verwarmings- en verlagingsfasen (bijv. 's nachts) automa-
tisch in- en uitgeschakeld. Weersafhankelijke CV-regelingen
vormen in combinatie met (thermostatische) radiatorkra-
nen de meest comfortabele vorm van CV-regeling.
▶ Laat een weersafhankelijke CV-regeling inbouwen.
4.2.6 Watertemperatuur naar wens instellen
▶ Stel de watertemperatuur slechts zo hoog in als het voor
het gebruik nodig is.
Aanwijzing
Elke verdere opwarming leidt tot onnodig
energieverbruik. Warmwatertemperaturen
van meer dan 60°C leiden bovendien tot
versterkte kalkafzetting.
4.2.7 Circulatiepompen alleen indien nodig laten
draaien
Circulatiepompen verhogen het comfort bij de warmwater-
bereiding. Maar ze verbruiken ook stroom. En circulerend
warm water dat niet wordt gebruikt, koelt op zijn weg door
de pijpleidingen af en moet dan weer bijverwarmd worden.
▶ Gebruik de circulatiepompen alleen als u werkelijk warm
water in het huishouden nodig hebt.
▶ Gebruik weersafhankelijke thermostaten of schakelklok-
ken om tijdsprogramma's voor uw circulatiepomp in te
stellen.
▶ Of gebruik een toets of schakelaar in de buurt van een
vaak gebruikt tappunt om de circulatiepomp bij concrete
behoefte gedurende een bepaalde tijd in te schakelen.
▶ Laat u door uw erkend installateur informeren.
4.2.8 Woonruimtes ventileren
Het raam gedurende korte tijd helemaal openzetten is ef-
fectiever en bespaart meer energie dan een langdurig op
een kier openstaand raam. Zo is er voldoende verkoeling
en zonder energieverlies is er voldoende luchtuitwisseling
gegarandeerd.
▶ Open tijdens de verwarmingsperiode de ramen enkel om
te ventileren en niet om de temperatuur te regelen.
▶ Sluit tijdens het ventileren alle in de kamer aanwezige
thermostaatkranen.
▶ Als u een kamerthermostaat hebt, dan stelt u deze op
minimumtemperatuur in.
4.3 Controleren en onderhouden
4.3.1 Toestel reinigen
▶ Reinig de mantel van uw toestel en de bedieningsele-
menten met een vochtige doek en een beetje zeep. Ge-
bruik geen schuur- of reinigingsmiddelen die de mantel
of de bedieningselementen kunnen beschadigen.
4.3.2 Installatiedruk controleren
1
4.10: Installatiedruk van de CV-installatie controleren
1 «−»-toets
▶ Controleer regelmatig de installatiedruk van de CV-in-
stallatie. Druk kort op de «−»-toets.
◁ Het display geeft de installatiedruk ca. 5 seconden
lang weer.
◁ Voor een perfecte werking van de CV-installatie moet
bij een koude CV-installatie de vuldruk tussen 1,0 en