Operation Manual

77
VOORDAT U BEGINT
Wij danken u voor de aankoop van dit product,
dat is ontworpen en vervaardigd volgens de
van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften,
volgens de zwaarste normen en onderworpen
aan strenge tests. Maakt u zich met dit product
vertrouwd door deze handleiding zorgvuldig
te lezen. Gebruik het product voor het doel
waarvoor het is ontworpen en bewaar deze
gebruiksaanwijzing in uw auto, zodat deze klaar
ligt voor toekomstig gebruik.
MILIEU
Deze handleiding is gedrukt op chloorarm
recyclebaar papier.
PREVENTIEF ONDERHOUD
Voor een goed contact tussen het apparaat en
het afneembare front vedient het aanbeveling
de connectors te reinigen met een katoenen lap
die licht is bevochtigd met reinigingsvloeistof of
alcohol.
CONTENTS
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . 77
MILIEU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
PREVENTIEF ONDERHOUD . . . . . . . . 77
INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
VOORBEREIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
CONNECTORS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
VEILIGHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
HOME-PAGINA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
SETUP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
AUDIO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
TUNER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
CD/MP3-speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
CD/MP3/DVD-Wisselaar . . . . . . . . . . . . . 94
TELEFOON. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
EXTRA TOEBEHOREN . . . . . . . . . . . . . 97
AFSPELEN VAN SD/MMC
(voor CD en MP3-functies) . . . . . . . . . . . 98
BOORDCOMPUTER. . . . . . . . . . . . . . . . 98
SPECIALE FUNCTIES. . . . . . . . . . . . . . . . . 99
CONFIGURATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
VERHELPEN VAN STORINGEN . . . . . . . . 100
INSTALLATIE
Als uw auto is uitgerust met ISO-connectors,
kunt u deze gewoon in de connectors van de
autoradio steken. Is dit niet het geval dan kunt
u een verloopkabel gebruiken (zie de tabel op
de aparte installatiekaart). Zorg dat de kabels
zo zijn aangesloten dat ze niet kunnen worden
beschadigd door scherpe kanten of bewegende
delen.
VOORBEREIDING
Het apparaat moet worden aangesloten op een
accu met een gelijkspanning van 12 V met de
min aan massa (autochassis).
Waarschuwing: Installatie in auto’s die niet
aan deze eisen voldoen, kan leiden tot storing,
beschadiging of brand!
Om kortsluiting te voorkomen moet u de
negatieve accuklem losmaken totdat het
apparaat veilig is gemonteerd en aangesloten
(zie installatiekaart fi g.1).
CONNECTORS
Connector A**(zie fi g.2)
a-Voeding
1- Bruine draad A8: Aansluiten op het
massapunt op het autochassis.
2- Rode draad A7: Aansluiten op de
permanente 12 V-voeding. Dit is de
hoofdvoeding van het apparaat. Deze
aansluiting moet geschikt zijn voor een
stroom van 10 A.
3- Geelrode draad A4: Aansluiten op de via het
contactslot geschakelde 12 V-voeding.
Opmerking: De AAN/UIT-functie is alleen
beschikbaar als de rode draad A7 is
aangesloten op de permanente 12 V-voeding.
b-Optionele aansluitingen
SMART Volume (
):
Intelligente volumeregeling die automatisch
het geluidsvolume aanpast, afhankelijk van de
snelheid van uw auto. Sluit een signaal van
de snelheidsmeter van uw auto aan op pen
A1. Sommige auto’s zijn daarop al voorbereid
(b.v. VW & Vauxhall/Opel), raadpleeg uw
dealer. Zo niet, dan kan het zijn dat er extra
installatiemateriaal nodig is om uw auto er
geschikt voor te maken.
INLEIDING