Operation Manual

45
* Afhankelijk van model
Blauwe connector C3 voor onze analoge CD-
wisselaar* of een ander extern apparaat* (apart
leverbaar)
U kunt op deze installatie onze analoge CD-
wisselaar aansluiten (afb. 6).
Selecteer in ‘SAM’ (pagina 52) de optie
‘CHANGER’.
U kunt op deze installatie ook de audio-uitgang
van andere apparatuur, bijv. een ‘in-car’
videosysteem (in plaats van een CD-wisselaar)
aansluiten (afb. 7); u dient hierbij gebruik te
maken van een aparte aansluitkabel.
Selecteer in ‘SAM’ (pagina 52) de optie ‘AUX
IN’.
ANDERE AANSLUITINGEN
Telephone in (afb. 8)
U kunt via connector D onze hands-free
telefoonkit aansluiten (apart leverbaar). Zie de
installatie- en aansluitvoorschriften van de
hands-free kit.
Selecteer in ‘SAM’ (pagina 52) de optie ‘HFREE’
en vervolgens ‘HFREE LO’ of ‘HFREE HI’
(afhankelijk van het type telefoon);
bij een telefoongesprek (inkomend of uitgaand)
wordt in dat geval automatisch het
geluidsvolume van de installatie helemaal
teruggedraaid.
Infrarood-afstandsbediening
U kunt bij deze autoradio een infrarood-
afstandsbediening gebruiken. Raadpleeg uw
dealer voor de juiste infrarood-afstandsbediening.
MONTAGE
METALEN HOUDER (fig. 10)
Monteer de metalen houder (afm. 182 x 53 mm)
in het dashboard. Voor een optimale werking van
de cd-speler* dient de metalen houder in
horizontale stand geplaatst te worden (tussen -
10° en + 30°).
Bevestig de houder door de metalen lippen met
een schroevendraaier naar buiten te drukken.
AANSLUITEN VAN DE RADIO (fig. 9)
Zorg ervoor dat de accu is losgekoppeld.
Sluit antenneconnector E aan op de antennebus
(goede radio-ontvangst is alleen mogelijk met
een goede antenne). Bevestig zo nodig een
antenne-adapter. Gebruik de haak (J) aan de
achterkant van het apparaat voor een goede
bevestiging.
Sluit voedingsconnector A aan op bus A’.
Sluit luidsprekerconnector B aan op bus B’.
(als optie) Verwijder de beschermhoes van bus
C’.
(als optie) Sluit de gele lijnuitgangsconnector C1
aan op bus C1’.
(als optie) Sluit de blauwe connector C3 voor
de cd-wisselaar op aan bus C3’.
(als optie) Sluit de groene connector C2 aan op
bus C2’.
De groene connector wordt tussen de gele
connector C1 en de blauwe connector C3
bevestigd. Ten minste één van deze
aansluitingen is nodig om C2 op z’n plaats te
houden.
MONTEREN VAN DE RADIO
Deze radio kan goed geïnstalleerd worden via
montage aan de voorkant (meest gebruikelijk) en
montage aan de achterkant.
MONTAGE AAN DE VOORKANT
Schuif de radio zó ver in de metalen houder dat
de veren aan weerszijden van het apparaat in
de openingen van de houder klikken (fig. 11).
Sluit daarna de minpool van de accu weer aan
(fig. 12).
VERWIJDEREN VAN DE RADIO (met behulp
van de bijgeleverde U-vormige beugels)
Verwijder de sierplaat om het frontpaneel.
Steek beide U-vormige beugels in de gaten aan
de voorzijde van het apparaat totdat ze
vastklikken. Trek de radio uit de metalen houder
(fig. 13).
MONTAGE AAN DE ACHTERKANT (fig. 14)
Verwijder de sierplaat om het frontpaneel en de
veren aan de zijkant.
Kies een plaats waar de schroefgaten van de
montagebeugel en de schroefgaten van de radio
samenvallen en draai de schroeven aan beide
zijden op twee plaatsen vast.
Gebruik alleen schroeven M5 die niet langer zijn
dan 6 mm.
VERVANGEN VAN DE ZEKERING (fig. 9)
Vervang de zekering door een steekzekering van
10A. Gebruik geen zekering van een ander type
of waarde omdat het apparaat dan niet goed
beschermd is. Als u deze richtlijn niet in acht
neemt, kan het apparaat beschadigd raken en
komt de garantie te vervallen.
ONTSTORING
De meeste moderne auto’s zijn voldoende
ontstoord. Veroorzaakt uw auto toch storing,
raadpleeg dan uw garage.
043-54 Mid_Dutch 8/15/02, 6:52 PM45