Operation Manual
Nederlands
91
INSTALLATIE
Wanneer u voertuig voorzien is van volledige
ISO aansluitingen, kunt u de autoradio direct
installeren.
Wanneer de aansluitingen van uw voertuig
voldoen aan andere standaarden, moet u
contact opnemen met uw dealer voor het
verkrijgen van speciale adaptersnoeren (zie de
afbeeldingen op de installatiekaart) en vervolg
daarna zelf de installatie (zie VOORBEREIDING).
Nota : Verzeker u ervan dat de snoeren niet
door scherpe hoeken of bewegende delen
kunnen worden beschadigd.
VOORBEREIDING
Het toestel moet worden aangesloten op een
12V DC elektrisch systeem met een negatieve
aardeklem (autochassis).
Waarschuwing: Een installatie die
niet voldoet aan deze vereisten kan
resulteren in slecht functioneren,
beschadiging of brand!
Om het risico te vermijden van een kortslui-
ting tijdens de installatie, moet u de negatieve
klem los schakelen van de accu tot de set veilig
is geïnstalleerd en aangesloten.
(zie Installatiekaart Afb 1).
AANSLUITINGEN
Aansluiting A**
(zie Afb 2)
a-De voeding
1- Bruine draad A8: sluit aan op een aardepunt
op de autochassis.
2- Rode draad A7: sluit aan op een
permanente 12V voeding, hoofdvoeding
voor de set. Verzeker u ervan dat deze
aansluiting een stroom kan verdragen van
10A.
3- Geel/oranje draad A4: sluit aan op de
ingeschakelde 12V voeding van de starter
Opmerking : De logische functie ON/OFF (aan/
uit) is enkel beschikbaar wanneer de draad A7
(rood) aangesloten is op de permanente 12V-
voeding.
b- Optionele aansluitingen
Elektronische of Gemotoriseerde
Antenne
Sluit de voeding aan op pin A5 voor een
elektronische antenne of op de controledraad
voor het relais van een automatisch gemoto-
riseerde antenne. Gebruik de bijgeleverde
kleine aansluiting.
Nota 1 : Gebruik deze aansluiting niet voor
een directe voeding naar de antennemotor.
Nota 2 : Gebruik een passieve antenne met
een lange draad: sommige antennes kunnen
ontvangstproblemen voor de golfband
opleveren.
Controlelampje
Wanneer het voertuig grootlicht aan heeft, blijft
het controlelampje van de toets branden zelfs
wanneer de autoradio uitgezet is.
Sluit pin A6 aan op de dashboardbedrading,
met de hiervoor bijgeleverde kleine aansluiting.
SDVC en Snelheidsalarm
De SDVC (Volume Bediening Afhankelijk van de
Snelheid) vermeerdert of vermindert automatisch
het volume naar gelang de snelheid van het
voertuig. Het snelheidslimiet alarm kan worden
gebruikt om aan te geven dat u een bepaalde
snelheid overschreden heeft.
Sluit pin A1aan op een signaal van de
snelheidsmeter (sommige voertuigen zijn
hiervoor al aangepast: b.v. sommige VW en
Vauxhall/Opel modellen). Gelieve hieromtrent
contact op te nemen met uw dealer.
Is dit niet het geval, gebruik dan een
gedetailleerdere installatie die om extra uitrusting
vraagt. Dit moet worden uitgevoerd door een
mecanicien die ervaring heeft met mechanische
en elektrische autosystemen. Zie, na het
aansluiten, ‘Kalibreren van de snelheid’ onder
CONFIGURATIE op pagina 95.
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
!
AN2001-2L-Neder.pm7 11/20/02, 3:39 PM91