Operation Manual

Menu “KLANK“
In het menu “KLANK“ kunt u de klank van uw radio
met geïntegreerd navigatiesysteem en enkele andere
parameters voor de geluidsweergave aan uw per
-
soonlijke voorkeur aanpassen.
De klankinstellingen voor Bass en Treble resp. de
klankstijl gelden voor de op dat moment geselecteer
-
de geluidsbron (radio, CD of CDC).
Druk op de SOUND-toets.
:
Het menu “KLANK“ verschijnt.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Klankinstelling
Selecteer de gewenste optie met de cursortoetsen
8 resp. 2.
Plaats de schuifregelaar met de cursortoetsen
4 resp. 6 op de gewenste instelling.
De ingestelde waarde wordt automatisch
opgeslagen.
Bass: om Bass in te stellen
(lage tonen).
Treble: om Treble in te stellen (hoge tonen).
Bal: om de volumeverdeling links <–> rechts in te stellen.
Fader: om de volumeverdeling achter <–> voor in te stellen.
Schuifregelaar links: achter
Schuifregelaar rechts: voor
Voor navigatieaanwijzingen, verkeersberichten en telefoon kan de klankinstelling
niet worden aangepast.
Loudness
Activeer deze functie om de lage en hoge tonen bij lage volume-instellingen te
versterken.
Bij selecteren van één van de vooraf ingestelde klankstijlen is de loudness-functie
gedeactiveerd.
Klankstijl
Kies één van de voorgeprogrammeerde klankstijlen.
Kies “Eigen“, voor uw persoonlijke instelling voor Bass en Treble.
De klankstijl wordt voor elke geluidsbron apart opgeslagen.
GALA (snelheidsafhankelijke volumeregeling)
Om omgevingslawaai te compenseren, wordt het volume van de gesproken aanwijzin
-
gen afhankelijk van de snelheid verhoogd.
Hiermee kunt u het volume aan uw rijsnelheid aanpassen.
Kies UIT om de functie uit te schakelen of kies 1 ... 5 om de aanpassing van het
volume in te stellen. 1 is de zachtste instelling en 5 is de hardste.
30
KLANKINSTELLINGEN
KLANK
Klankinstelling
Loudness
Klankstijl
GALA: 2
KLANKINSTELLING
Bass
Treble
Bal
Fader