Operation Manual
Menu “KLANK“
In het menu “KLANK“ kunt u de klank van uw radio
met geïntegreerd navigatiesysteem en enkele andere
parameters voor de geluidsweergave aan uw per
-
soonlijke voorkeur aanpassen.
☞
Druk op de SOUND-toets.
:
Het menu “KLANK“ verschijnt.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Klankinstelling
☞
Selecteer de gewenste optie met de cursortoetsen
8 resp. 2.
☞
Plaats de schuifregelaar met de cursortoetsen
4 resp. 6op de gewenste instelling.
De ingestelde waarde wordt automatisch opge-
slagen.
–
Bass: om de bas in te stellen (lage tonen).
–
Treble: om de treble in te stellen (hoge tonen).
–
Bal: om de volumeverdeling links rechts in te stellen.
–
Fader: om de volumeverdeling achter voor in te stellen.
Schuifregelaar links: achter
Schuifregelaar rechts: voor
De instellingen voor Bass en Treble worden voor elke geluidsbron apart opgeslagen.
Loudness
☞
Activeer deze functie om de lage en hoge tonen bij lage volume-instellingen te
versterken.
Klankstijl
☞
Kies één van de voorgeprogrammeerde klankstijlen.
☞
Kies “Eigen“, voor uw persoonlijke instelling voor Bass en Treble.
De klankstijl wordt voor elke geluidsbron apart opgeslagen.
GALA (snelheidsafhankelijke volumeregeling)
☞
Hiermee kunt u het volume aan uw rijsnelheid aanpassen.
☞
Kies UIT om de functie uit te schakelen of kies 1 ... 5 om de aanpassing van het
volume in te stellen. 1 is de zachtste instelling en 5 is de hardste.
KLANKINSTELLINGEN
210
KLANK
Klankinstelling
Loudness
Klankstijl
GALA: 2
KLANKINSTELLING
Bass
Treble
Bal
Fader