Operation Manual
Configuratie
Veel instellingen kunnen worden gewijzigd om
de functies van het navigatiesysteem aan uw persoon
-
lijke wensen aan te passen.
☞
Kies “Configuratie“ in het hoofdmenu.
:
Het menu “Configuratie” verschijnt.
De volgende menu-opties staan ter beschikking:
Routekeuze
☞
Kies het gewenste criterium:
–
Snelste C: verkiest de snelste route
–
Kortste V: verkiest de kortste route
–
Snelweg N: maakt bij de routeplanning bij voorkeur gebruik van autosnelwegen
–
Secundaire wegen M: vermijdt bij de routeplanning het gebruik van autosnelwegen
Het symbool voor de routekeuze wordt op het informatiescherm i3 (Systeeminfo)
weergegeven.
Bovendien hebt u de mogelijkheid om tolwegen tijdens de routeplanning te omzeilen.
☞
Activeer de optie “Geen tolwegen“, als u het gebruik van tolwegen zoveel mogelijk
wilt vermijden.
:
Voor de optie verschijnt een haakje.
Als er geen tolvrije wegen beschikbaar zijn, worden ook tolwegen in de routeplan
-
ning opgenomen.
Aanwijzing: Als deze optie is geactiveerd, kan de routeplanning langer duren dan
bij uitgeschakelde optie het geval zou zijn. Schakel deze optie daarom alleen in als
u deze optie nodig hebt.
Snelheid
In het menu “Snelheid“ kunt u de volgende opties instellen:
Snelheidscorrectie
☞
Plaats de cursor op de waarde achter “Correctie“.
☞
Druk op OK.
☞
Stel de gewenste snelheidscorrectie in met behulp van de cursortoetsen
4 of 6.
☞
Druk opnieuw op OK om deze instelling op te slaan.
Snelheidslimiet
☞
Plaats de cursor op de waarde achter “Limiet:“.
☞
Druk op OK.
☞
Stel de gewenste snelheid in met behulp van de cursortoetsen 4 en 6.
☞
Druk opnieuw op OK om deze instelling op te slaan.
NAVIGATIE
241
Nederlands
Configuratie
Routekeuze
Snelheid
Begeleidingsscherm
Verkeersinformatie