Operation Manual

Bestemmingskaart
Via de Bestemmingskaart is het mogelijk een bestemming in te voeren door:
een bestemming met behulp van een vizier over te nemen.
de geografische positie (GPS-coördinaten) direct in te voeren.
Vizier
Wanneer de bestemming niet in de buurt van de positie van het voertuig ligt, moet u
de bestemming van tevoren zo nauwkeurig mogelijk via de directe adresinvoer
invoeren.
Kies „Bestemmingskaart“ in het menu „Navigatie“.
of:
druk op een cursortoets als de
wegenkaart al wordt
weergegeven.
:
De bestemmingskaart wordt
aangeduid met een vizier.
Wanneer er geen bestemming is
ingevoerd, geeft het vizier de
positie van het voertuig aan.
Het vizier kan nu met de
cursortoetsen worden verplaatst.
Druk op de OK-toets en kies
„Opslaan“.
Druk nogmaals op de OK-toets om de gemarkeerde positie als bestemming over te
nemen.
Kies eerst een grote schaal om de bestemming ruwweg vast te leggen. Kies daarna
een kleinere schaal om uw bestemming met het vizier exact te markeren.
Bestemmingen in niet-gedigitaliseerde gebieden kunnen ook worden gekozen.
Bij de bestemmingskeuze op snelwegen moet op de juiste kant van de rijbaan
worden gelet.
Coördinaten
Kies „Bestemmingskaart“ in het menu „Navigatie“.
:
De Bestemmingskaart wordt weergegeven.
Druk op de OK-toets.
Kies „Coördinaten“ en druk op de OK-toets.
Kies „Lengtegraad“ of „Breedtegraad“ en druk op de OK-toets.
Met elke druk op de OK-toets markeert u de volgende positie van de coördinaten.
Elke positie kan met de cursortoetsen worden veranderd en met de OK-toets
worden bevestigd.
Als u een positie wilt overslaan, drukt u op de OK-toets.
Kies „Coördinaten instellen“ om de coördinaten als bestemming over te nemen.
Navigatie
15