Operation Manual
Navigatiesysteem aanpassen
U kunt talrijke instellingen wijzigen om het navigatiesysteem naar wens aan te passen.
☞
Kies „Instellingen“ in het hoofdmenu.
:
Het menu „Instellingen“ verschijnt.
De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd:
Kaartscherm
Activeren en instellen voor de automatische kaartschaal („Auto-Zoom“).
Wanneer de functie is ingeschakeld, wordt de schaal van de kaartweergave
afhankelijk van de betreffende positie automatisch op de gespecificeerde waarde
ingesteld. U kunt de schaal voor de volgende gebieden specificeren:
❑
autosnelweg
❑
buitengebied
❑
bebouwde kom
Beeldscherm
Instellen van de volgende beeldschermeigenschappen:
■
Statusregels
U hebt vier mogelijkheden om talrijke parameters op het scherm in te voegen (bijv.
tijd, datum, geschatte aankomsttijd, resterende reistijd etc.):
❑ Statusregel linksboven: Om de informatie te kiezen die op de statusregel linksboven
moet verschijnen.
✎
Deze informatie verschijnt alleen op de schermen van de begeleiding. In alle andere
menu’s wordt in dit gedeelte de menutitel weergegeven.
❑ Statusregel rechtsboven: Om de informatie te kiezen die op de statusregel
rechtsboven moet verschijnen.
❑ Statusregel linksonder: Om de informatie te kiezen die op de statusregel linksonder
moet verschijnen.
❑
Statusregel rechtsonder: Om de informatie te kiezen die op de statusregel
rechtsonder moet verschijnen.
■
Kleur bij dag
Keuze van het kleurenschema in een lichte omgeving.
■
Kleur bij nacht
Keuze van het kleurenschema in een donkere omgeving.
De omschakeling naar een ander kleurenschema kan handmatig of automatisch
plaatsvinden:
❑
Automatische omschakeling: Het kleurenschema is afhankelijk van de instelling van
de koplampen.
❑
Altijd kleur bij dag: Het kleurenschema voor daglicht wordt altijd gebruikt.
❑
Altijd kleur bij nacht: Het kleurenschema voor duisternis wordt altijd gebruikt.
Instellingen
32