Operation Manual

Navigatiesysteem aanpassen
U kunt talrijke instellingen wijzigen om het navigatiesysteem naar wens aan te passen.
Kies „Instellingen“ in het hoofdmenu.
:
Het menu „Instellingen“ verschijnt.
De volgende instellingen kunnen worden geconfigureerd:
Kaartscherm
Activeren en instellen voor de automatische kaartschaal („Auto-Zoom“).
Wanneer de functie is ingeschakeld, wordt de schaal van de kaartweergave
afhankelijk van de betreffende positie automatisch op de gespecificeerde waarde
ingesteld. U kunt de schaal voor de volgende gebieden specificeren:
autosnelweg
buitengebied
bebouwde kom
Beeldscherm
Instellen van de volgende beeldschermeigenschappen:
Statusregels
U hebt vier mogelijkheden om talrijke parameters op het scherm in te voegen (bijv.
tijd, datum, geschatte aankomsttijd, resterende reistijd etc.):
Statusregel linksboven: Om de informatie te kiezen die op de statusregel linksboven
moet verschijnen.
Deze informatie verschijnt alleen op de schermen van de begeleiding. In alle andere
menu’s wordt in dit gedeelte de menutitel weergegeven.
Statusregel rechtsboven: Om de informatie te kiezen die op de statusregel
rechtsboven moet verschijnen.
Statusregel linksonder: Om de informatie te kiezen die op de statusregel linksonder
moet verschijnen.
Statusregel rechtsonder: Om de informatie te kiezen die op de statusregel
rechtsonder moet verschijnen.
Kleur bij dag
Keuze van het kleurenschema in een lichte omgeving.
Kleur bij nacht
Keuze van het kleurenschema in een donkere omgeving.
De omschakeling naar een ander kleurenschema kan handmatig of automatisch
plaatsvinden:
Automatische omschakeling: Het kleurenschema is afhankelijk van de instelling van
de koplampen.
Altijd kleur bij dag: Het kleurenschema voor daglicht wordt altijd gebruikt.
Altijd kleur bij nacht: Het kleurenschema voor duisternis wordt altijd gebruikt.
Instellingen
32