Operation Manual

Afstandsbedieningen
Afhankelijk van de geleverde configuratie kunnen er verschillende
afstandsbedieningen zijn meegeleverd. De volledige functionaliteit is uitsluitend
gegarandeerd als de juiste afstandsbediening geactiveerd is.
Activeren van de juiste afstandsbediening
Kies “Instellingen -> Afstandsbediening” en activeer de gewenste
afstandsbediening door de OK-toets in te drukken.
Als u ook nog een afstandsbediening op het stuur gebruikt, activeert u deze ook
met een vinkje.
A
Stel de afstandsbediening met geplaatste batterijen niet aan de brandende zon bloot.
Actieve houder (accessoire)
Als u de afstandsbediening uitsluitend in de actieve houder gebruikt, raden wij u aan
om de batterijen uit de afstandsbediening te verwijderen. Het systeem kan worden
bediend als de afstandsbediening in de houder zit.
Melding Batterijen vervangen
Als het systeem niet meer op het indrukken van toetsen reageert, of het
batterijsymbool ( op de statusregel verschijnt, moeten de batterijen in de
afstandsbediening worden vervangen.
Batterij vervangen (RC 5400)
Open het batterijvak aan de achterkant van de
afstandsbediening.
Verwijder de lege batterijen.
Plaats twee nieuwe batterijen van het type
AAA (Micro). Let op de juiste polariteit (in het
batterijvak aangeduid).
Sluit het batterijvak.
Aanwijzingen:
In veel landen mogen lege batterijen niet bij het normale huisvuil
worden gegooid. Informeert u zich over de plaatselijke voorschriften
voor de afvoer van lege batterijen.
Gebruik uitsluitend batterijen die niet leeglopen. Leeglopende
batterijen kunnen de afstandsbediening of uw auto beschadigen.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht of extreme
hitte. De batterijen ontladen zich bij hoge temperaturen en er bestaat
gevaar voor leeglopen.
Bediening
6