Operation Manual

In- en uitschakelen
De navigatiecomputer wordt samen met het contact in- en uitgeschakeld.
schakel het contact in.
:
Zodra het navigatiesysteem gereed is voor gebruik, verschijnt op het beeldscherm
een aanwijzing voor het gebruik van het systeem.
Lees deze aanwijzing en druk ter bevestiging op de OK-toets van de
afstandsbediening.
:
Het hoofdmenu verschijnt.
Stand-by-modus
U zet het systeem als volgt in de stand-by-modus.
Kies “Stand-by“ in het hoofdmenu.
:
Het beeldscherm en de gesproken begeleidingsaanwijzingen worden uitgeschakeld.
Druk op één van de cursortoetsen 4, 6, 8, 2 of op de OK-toets op de
afstandsbediening om de stand-by-modus weer te verlaten.
Wanneer een externe luidspreker is aangesloten, hoort u in de stand-by-modus nog
steeds de gesproken aanwijzingen.
Als u geen gesproken aanwijzingen wilt horen, kiest u „Stop begeleiding“ voordat
u het systeem in de stand-by-modus schakelt.
Als het navigatiesysteem in de stand-by-modus wordt uitgeschakeld, blijft het ook
na het inschakelen van het contact in de stand-by-modus.
Uitschakelvertraging
Onmiddellijk na het uitschakelen van het contact wordt de monitor uitgeschakeld,
maar blijft de navigatiecomputer nog gedurende een instelbare tijd actief. Het
voordeel hiervan is dat u na een korte stop (bijv. bij een benzinestation) de
begeleiding kunt voortzetten zonder dat de navigatiecomputer de route opnieuw
moet berekenen.
De uitschakelvertraging kan in het menu „Instellingen –> Alg. instellingen –>
Uitschakelprocedure“ tussen 1 en 10 minuten worden ingesteld. Zie pagina 36.
Volume instellen
U kunt het volume van de gesproken informatie als volgt instellen:
druk één of meerdere keren op de V-toets om het volume van de gesproken
aanwijzingen te verhogen.
Druk één of meerdere keren op de W-toets om het volume van de gesproken
informatie te verlagen.
Bediening
8