Operation Manual

u
Kies “Dynamische route“ in het menu “Instellingen“. Druk op de
OK-toets.
u
Kies het in te stellen criterium en druk op de OK-toets.
u
Stel de gewenste waarde in met behulp van de cursortoetsen en
in. Druk op de OK-toets.
u
Kies “Terug” als alle criteria naar wens zijn ingesteld en druk op
de OK-toets.
Voor activeren van de automatische modus:
u
Kies “Routecriteria” onder “Instellingen” en activeer de optie
“Verkeersinfo”.
u
In het menu “Dynamische route”, ook onder “Instellingen”
activeert u de “Automatische modus”, zodat het systeem u
automatisch om de verkeersbelemmeringen leidt.
Snelheidswaarschuwing
In dit menu kunnen de snelheidsbeperking en de snelheidswaarschuwing
voor de auto worden ingesteld.
Bij de snelheidsbeperking maakt het systeem gebruik van gegevens die
op de wegenkaart-CD/DVD zijn opgeslagen. U kunt in het systeem een
waarschuwingsdrempel tot 50 km/u boven de opgeslagen
snelheidsbeperking vastleggen. Afhankelijk van de ingestelde waarde
verschijnen de desbetreffende instructies op de statusregel. Hiervoor
moet u de snelheidsbeperking op één van de statusregels laten
weergeven (zie onder Beeldscherm in dit hoofdstuk).
Aan de kleur van het symbool voor de snelheidsbeperking op de
statusregel herkent u de actuele status in verhouding tot de ingestelde
waarden.
Bij een zwart symbool en geen weergegeven waarde bevat de CD/DVD
geen gegevens of is er geen snelheidsbeperking op deze weg.
Bij een zwart symbool en een zwarte waarde rijdt u onder de actuele
snelheidsbeperking.
Bij een geel symbool overschrijdt u weliswaar de toegestane snelheid,
maar blijft u onder uw ingestelde tolerantiewaarde.
Een rood symbool geeft aan dat u zowel de toegestane snelheid als uw
ingevoerde tolerantiewaarde hebt overschreden.
21
ALGEMENE INFORMATIE