User manual

- 8 - - 9 -
AC coupling (AC-koppeling): De oscilloscoop geeft enkel de AC-component van een signaal weer, de DC-component wordt genegeerd.
AC voltage (Wisselspanning): (AC: Alternating Current) Bij wisselstroom keert de stroom periodiek om, in tegenstelling tot gelijkstroom (DC), waar de
stroom in één richting gaat. Een AC-bron heeft geen polariteit.
Analog (Analoog): Analoge scopen gebruiken het ingangssignaal om een elektronenstraal af te buigen die van links naar rechts over het scherm loopt.
De elektronenstraal laat een beeld achter op het scherm; dit beeld stelt het signaal voor dat je hebt toegepast. Analoge signalen zijn continu variabel. Zie
ook ‘Digitaal’.
‘Auto-setup’ mode (Auto-setupmodus): De oscilloscoop kiest automatisch de instelling voor Volts/div en Time/div zodat één of meerdere perioden van
het signaal correct weergegeven worden.
Clipping: De bovenkant van een signaal, de onderkant of beiden worden afgesneden (‘clipped’), bijvoorbeeld omdat het
signaal niet verder kan uitwijken door beperkingen van de voeding. Een ongewenste eigenschap van versterkers die overstu-
urd worden.
DC coupling (DC-koppeling): De oscilloscoop geeft zowel de AC- als de DC-component van een signaal weer.
Digital (Digitaal): Digitale scopen zetten het ingangssignaal om van analoog naar digitaal en verzorgen alle berekeningen en weergaves in het digitale
domein. Digitale signalen bestaan uit slechts twee vaste niveaus, meestal 0V en +5V. Zie ook ‘Analoog’.
Distortion (Vervorming): Ongewenste variatie van een signaal door externe oorzaken, zoals overbelaste of slecht ontworpen schakelingen, enz...
Noise (ruis): Ongewenste, willekeurige toevoegingen aan een signaal.
Ripple (Rimpel): Ongewenste periodieke variatie van een gelijkspanning.
Signal (Signaal): Spanning toegepast op de ingang van de oscilloscoop. Het onderwerp van je meting.
Sine wave (Sinusgolf): Wiskundige functie die een gelijkmatige, zich herhalende trilling weergeeft. De golfvorm aan het begin van deze woordenlijst is
een sinusgolf.
Spikes (Pieken): Snelle, kortdurende variaties van een signaal.
Bandwidth (Bandbreedte): Meestal uitgedrukt in MHz. Dit is de frequentie waaraan een toegepaste sinusgolf weergegeven wordt bij een amplitude van
ongeveer 70% van de oorspronkelijke amplitude. Duurdere scopen hebben een hogere bandbreedte. Vuistregel: de bandbreedte van een oscilloscoop
moet minstens 5 keer groter zijn dan de frequentie van het signaal op de ingang van de scoop. De EDU09 bandbreedte gaat tot 200KHz.
DC reference (DC-referentie): DC-metingen voer je altijd uit ten opzichte van een referentieniveau (nulniveau, massa). Dit referentieniveau moet je
deniëren. Als je dat niet doet, kan de uitlezing onjuist zijn. In de meeste gevallen is het referentieniveau het midden van het scherm, maar dit is niet
verplicht.
DC voltage (Gelijkspanning): (DC:Direct Current) Bij gelijkstroom vloeit de stroom in één richting, hij keert niet om. Een DC-bron heeft een polariteit, (+) en (-).
Input coupling (Ingangskoppeling): Het schema toont een typisch ingangscircuit van een oscilloscoop. Er zijn 3 mogelijke instellingen: AC-koppeling,
DC-koppeling, en GND. Bij AC-koppeling wordt een condensator in serie gezet met het ingangssignaal. Deze condensator blokkeert de DC-component van
het signaal en laat enkel AC door. Bij DC-koppeling wordt het signaal omgeleid voorbij de condensator zodat zowel de AC- als de DC-component doorgelaten
wordt. Laagfrequente signalen (<20Hz) moet je altijd weergeven met gebruik van DC-koppeling. Als je AC-koppeling gebruikt, interfereert de interne koppelcon-
densator met het signaal zodat het verkeerd weergegeven wordt.
Sample rate (bemonsteringssnelheid): Meestal uitgedrukt in samples of megasamples/seconde, soms in MHz. Dit is het aantal keer per seconde dat de
digitale scoop ‘kijkt’ naar het ingangssignaal. Hoe vaker de scoop ‘kijkt’, hoe beter hij een getrouw beeld kan tekenen van de golfvorm op het scherm.
Theoretisch moet de sample rate het dubbele zijn van de hoogste frequentie van het te meten signaal; in praktijk verkrijg je de beste resultaten bij een
sample rate van 5 keer de hoogste frequentie. De sample rate van de EDU09 bedraagt 1.5Ms/s of 1.5MHz
.
Sensitivity (Gevoeligheid): Geeft de kleinste variatie aan van het ingangssignaal die nodig is om het spoor op het scherm naar boven of beneden te
bewegen. Meestal uitgedrukt in mV. De gevoeligheid van de EDU09 bedraagt 0.1mV.
Slope (Flank): Bepaalt waar de scoop zal triggeren. Dit kan op de stijgende of dalende ank van het signaal zijn.
Vrms: De RMS-spanning van een wisselspanningsbron staat voor de benodigde gelijkspanning om in een weerstand dezelfde hoeveelheid warmte te
genereren als de AC-bron zou doen. Voor sinusvormige signalen: Vrms = Vpiek / sqrt(2).
EDUCATIEVE OSCILLOSCOOPKIT VOOR PC EDUCATIEVE OSCILLOSCOOPKIT VOOR PC