Operation Manual

Navix
2012-10
Pagina 22
Smalle doorgangen moeten zo worden genomen: rij eerst in een zo groot mogelijke bocht
naar de doorgang zodat U de smalle doorgang vrijwel recht kan nemen.
Vermijd het schuin aanzetten van bochten. Door de bocht te “snijden” kunnen de
achterwielen, rug van de rolstoel een hindernis raken en zo de stabiliteit van de elektrische
rolstoel in het gedrang brengen.
2.15.6 Achterwaarts rijden
L
LL
L
WAARSCHUWING:
Houd Uw elektrische rolstoel onder controle – Maak U
vertrouwd met de rijeigenschappen van de elektrische rolstoel.
L
LL
L
WAARSCHUWING:
Houd Uw snelheid onder controle – Gebruik bij het
achterwaarts rijden altijd de laagste snelheid.
L
LL
L
WAARSCHUWING:
Gevaar voor aanrijding – Kijk bij het achterwaarts rijden altijd
achterom.
Bij het achterwaarts rijden moet U goed opletten. De snelheid bij het achterwaarts rijden ligt
weliswaar lager dan bij het voorwaarts rijden, toch adviseren wij U om bij het achterwaarts
rijden de snelheidsregelaar op minimum te zetten.
Bij het achterwaarts rijden werken de linkse en rechtse joystick beweging omgekeerd.
2.15.7 Hellingen
L
LL
L
WAARSCHUWING:
Houd Uw elektrische rolstoel onder controle – Maak U
vertrouwd met de rijeigenschappen van de elektrische rolstoel.
L
LL
L
WAARSCHUWING:
Houd Uw elektrische rolstoel onder controle – Zet op
hellingen Uw elektrische rolstoel nooit in vrijloop.
L
LL
L
WAARSCHUWING:
Houd Uw snelheid onder controle – Gebruik altijd de laagst
mogelijke snelheid bij het rijden op hellingen.
L
LL
L
WAARSCHUWING:
Kantelgevaar – Overschrijd de maximum hellingshoek van
statische en dynamische stabiliteit bergop niet (zie paragraaf "Technische
specificaties").
L
LL
L
WAARSCHUWING:
Rijd nooit achterwaarts op een helling.
Rijd altijd recht op een helling en vermijd dat de wielen loskomen van de grond (oprijden van
oprijplaten, opritten, enz.) omdat dan de elektrische rolstoel kan kantelen.
Wanneer U op een helling stopt omdat U de joystick loslaat, is Uw elektrische rolstoel
beveiligd tegen onverwachts wegrollen. Wanneer de joystick in neutrale stand staat, wordt
de motorrem geactiveerd.
Bij het verder rijden op een helling drukt U de joystick zo ver mogelijk naar voren, zodat er
voldoende energie geleverd wordt om te rijden. Uw elektrische rolstoel zal de helling
langzaam oprijden.
Wanneer de snelheid niet hoog genoeg is om de helling te nemen, draait U de
snelheidsregelaar hoger en probeert U opnieuw.