Product Manual

10
Verwissel de nul en fase niet bij het aansluiten op de AC.
De omvormer komt met een geïntegreerde scheidingstransformator voor netfrequentie. Dit voorkomt de mogelijkheid van
DC-stroom op AC-stroompoorten. Daarom kunnen aardlekschakelaars van het type A worden gebruikt.
Ac-in De AC-ingangskabel kan worden aangesloten op het aansluitblok 'ACin'. Van links naar rechts: “N” (nul),
“PE” (aarde) en “L” (fase). De AC-ingang moet worden beveiligd met een zekering of magnetische
stroomonderbreker met een vermogen van 32 A of minder en de doorsnede van de kabel moet
dienovereenkomstig worden aangepast. Als de ingangswisselstroomtoevoer een lagere waarde heeft, moet
de zekering of magnetische stroomonderbreker dienovereenkomstig worden verlaagd.
AC-out-1 De AC-uitgangskabel kan direct op het aansluitblok ‘AC-out’ worden aangesloten. Van links naar
rechts: “N” (nul), “PE” (aarde) and “L” (fase). Met de PowerAssist-functie kan de Multi tot 3 kVA (dat is 3000/230
= 13 A) toevoegen aan de uitgang tijdens perioden van piekvermogen. Samen met een maximale invoerstroom
van 32 A betekent dit dat de uitvoer tot 32 + 13 = 45 A kan leveren. Een aardlekstroomstroomonderbreker en
een zekering of stroomonderbreker die geschikt is om de verwachte belasting te ondersteunen, moeten in serie
met de uitgang worden meegeleverd en de doorsnede van de kabel moet dienovereenkomstig worden
aangepast.
AC-out-2 Er is een tweede uitgang beschikbaar die de verbinding verbreekt met zn belasting in het geval van
accu-werking. Op deze aansluitingen is apparatuur aangesloten die alleen kan werken als er wisselspanning
beschikbaar is op de AC-in-1, bijvoorbeeld een elektrische boiler of een airco. De belasting op de AC-out-2
wordt onmiddellijk losgekoppeld wanneer de omvormer/lader overschakelt op de accu. Nadat wisselstroom
beschikbaar is op de AC-in-1, wordt de belasting op AC-out-2 met een vertraging van ongeveer 2 minuten
opnieuw aangesloten. Dit om een stroomaggregaat te stabiliseren.
9.5 Optionele aansluitingen
Er zijn een aantal optionele verbindingen mogelijk:
9.5.1 Afstandsbediening
Het product kan op twee manieren op afstand worden bediend.
Met een externe schakelaar (aansluitpunt M, zie bijlage A). Functioneert alleen als de schakelaar op de
omvormer is ingesteld op “aan”.
Met een Digital Multi Control-paneel (aangesloten op een van de twee RJ45-contactdozen L, zie Bijlage A).
Functioneert alleen als de schakelaar op de apparaat is ingesteld op “aan”.
Het Digital Multi controle-paneel heeft een draaiknop waarmee de maximale stroom van de AC kan worden ingesteld: zie
PowerControl en PowerAssist.
9.5.2 Programmeerbaar relais
Het product is uitgerust met een programmeerbaar relais.
Het relais kan worden geprogrammeerd voor allerlei andere toepassingen, bijvoorbeeld als startrelais voor een
generator.
9.5.3 Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
Het product is uitgerust met 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Eén toepassing is de communicatie met de BMS
van een lithium-ionaccu.
9.5.4 Spanningssensor (aansluitpunt J, zie Bijlage A)
Voor het compenseren van mogelijke kabelverliezen tijdens het opladen, kunnen er twee sensordraden worden
aangesloten waarmee de spanning direct kan worden gemeten op de accu of op de positieve en negatieve
verdeelpunten. Gebruik draad met een doorsnede van 0,75mm².
Tijdens het opladen van de accu compenseert de omvormer/lader de spanningsval over de DC-kabels tot maximaal 1
Volt (d.w.z. 1 V over de positieve aansluiting en 1V over de negatieve aansluiting). Als de spanningsval groter dreigt te
worden dan 1 V, wordt de laadstroom zodanig beperkt dat de spanningsval beperkt blijft tot 1 V.
9.5.5 Temperatuursensor (aansluitpunt J, zie Bijlage A)
De temperatuursensor (meegeleverd bij de omvormer/lader) kan worden aangesloten voor temperatuurgecompenseerd
opladen. De sensor is geïsoleerd en moet op de negatieve pool van de accu worden aangebracht.