Product Manual

4
3. Veiligheidsmaatregelen voor het installeren van een fotovoltaïsch zonne-
systeem
Zonnepanelen produceren elektrische energie als licht op de voorzijde schijnt. De DC spanning kan 30V overschrijden. Als modules in
serie worden geschakeld, is de totale spanning gelijk aan de som van de spanning van de afzonderlijke modules. Als modules parallel
worden geschakeld, is de totale stroom gelijk aan de som van de stroom van de afzonderlijke modules. Houd kinderen uit de buurt van
het systeem tijdens het vervoer en de installatie van mechanische en elektrische componenten. Bedek de module tijdens de installatie
met ondoorzichtig materiaal, zodat er geen elektriciteit wordt opgewekt.
Draag tijdens de installatie of probleemoplossing van het fotovoltïsch systeem geen metalen ringen, horlogebanden, oor-, neus- lip
ringen of andere metalen voorwerpen.
Gebruik alleen geïsoleerde gereedschappen die zijn goedgekeurd voor het werken aan elektrische installaties.
Volg de veiligheidsvoorschriften voor alle onderdelen die worden gebruikt in het systeem, met inbegrip van bedrading en kabels,
connectoren, charge controllers, batterijen en oplaadbare batterijen, enz.
Gebruik alleen apparatuur, aansluitingen en ondersteunende frames die geschikt zijn voor een elektrisch zonne-systeem. Gebruik altijd
hetzelfde type module binnen een bepaald fotovoltaïsch systeem.
De elektrische eigenschappen zijn binnen ± 10 procent van de aangegeven waarden van ISC, VOC en Pmax onder standaard
testomstandigheden (bestralingssterkte van 100mW/cm2, AM 1.5 spectrum en een cel temperatuur van 25 ° C (77 ° F))
Onder normale buitenomstandigheden zal de module andere stroom en spanningen produceren dan die staan vermeld in de datasheet.
De waarden in de datasheet zijn waarden die worden verwacht bij standaard testomstandigheden. Tijdens het ontwerp van het systeem
moeten de waarden van de kortsluitstroom en open-klem spanning vermenigvuldigd worden met een factor van 1.25 bij het bepalen van
de spanning van de componenten, de capaciteit van de geleiders, de grootte van de zekeringen en de omvang van de regelaars die zijn
aangesloten op de modules.