Product Manual

5
EN NL FR DE ES SE Appendix
4. Mechanische installatie
4.1 Selecteren van de locatie
Kies een geschikte locatie voor de installatie van de modules.
De modules moeten in noordelijke breedtegraden naar het zuiden zijn gericht en in zuiderlijke breedtegraden naar het noorden zijn
gericht.
Voor gedetailleerde informatie over de beste kantelhoek voor de installatie wordt u verwezen naar de standaard fotovoltaïsche
zonne-installatie handleidingen of een gerenommeerde zonne-installateur of systeemintegrator.
De module mag op geen enkel moment van de dag in de schaduw komen te staan.
Gebruik de module niet in de buurt van apparatuur of op locaties waar brandbare gassen kunnen worden gegenereerd of zich
ophopen.
4.2 Selecteren van het juiste ondersteuningsframe
Volg altijd de instructies en de veiligheidsmaatregelen die bij de ondersteuningsframes van de modules worden geleverd.
Probeer niet om gaten te boren in het spiegelende oppervlak van de module. Hierdoor vervalt de garantie.
Boor geen extra montagegaten in het frame van de modules. Hierdoor vervalt de garantie.
Modules moeten stevig worden bevestigd aan het montageframe met behulp van vier bevestigingspunten voor de normale
installatie. Als extra wind of sneeuw- overlast wordt verwacht voor deze installatie, mogen de extra montagepunten ook worden
gebruikt. De details vindt u in de onderstaande tekening. De berekening van de lading wordt overgelaten aan de systeem
ontwerpers of installateurs.
Het ondersteuningsframe van de module moet worden gemaakt van duurzaam, corrosiebestendig en UV-bestendig materiaal.
4.3 Grondmontage
In gebieden waar zware sneeuwval voorkomt dient u er rekening mee te houden dat de onderkant van de module hoog genoeg wordt
gemonteerd, zodat het niet voor een langere tijd bedekt zal zijn met sneeuw. Zorg er ook voor dat het onderste deel van de module
hoog genoeg wordt gemonteerd dat het niet in de schaduw van bomen of planten zal vallen of zal worden beschadigd door zand en
stenen die door de wind worden meegevoerd.