Installation Instructions

52
05.
Aslade D er tot aan de aanslag uit-
trekken.
06.
Voorste asreservoir E uit de
aslade
D
heffen en voor het trans-
port met de afdekking
F
afsluiten.
07.
Achterse asreservoir G naar voren
trekken, deksel
H
afnemen en voor
het transport met de afdekking
K
afsluiten.
08. Beide asreservoirs leegmaken.
09. Askamer en afdichtingsvlakken in
de verwarmingsketel op asrestan-
ten controleren en die verwijderen.
Hiervoor kan de complete aslade uit
de geleidingsrails worden getild.
10.
Afdekking K van het achterste
asreservoir opnieuw verwijderen en
het deksel
H
op het asreservoir
zetten.
Opmerking
Afdichting van het deksel
H
reini-
gen en op beschadigingen contro-
leren. Bij het opzetten van het dek-
sel letten op correcte positie.
11.
Achterste asreservoir G op de
aslade
D
zetten en tot aan de aan-
slag op de aslade naar achteren
schuiven. Het asreservoir klikt
vast.
12.
Afdekking F van het voorste asre-
servoir
E
afnemen en het asreser-
voir op de aslade
D
plaatsen.
13. Aslade er tot aan de aanslag
inschuiven en de beugel
C
naar
boven klappen.
Opmerking
De asreservoirs mogen bij het plaat-
sen niet worden verwisseld. Een
aslade die niet correct is geplaatst,
kan de verwarmingsketel beschadi-
gen.
14.
Asdeur B en de deur A sluiten.
Membraanexpansievat en installatiedruk controleren
Controle uitvoeren bij koude installatie.
1. Installatie zo ver leegmaken of kap-
ventiel op expansievat sluiten en druk
verlagen tot manometer ”0” aan-
geeft.
2. Als de voordruk van het expansievat
lager is dan de statische druk van de
installatie, stikstof bijvullen tot de
voordruk 0,1 tot 0,2 bar
(10 bis 20 kPa) hoger is dan de stati-
sche druk van de installatie.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen
(vervolg)
5671 294 NL