Installation Instructions
53
3. Water bijvullen tot bij afgekoelde
installatie de druk minimaal 1,0 bar
(0,1 MPa) bedraagt en 0,1 tot 0,2 bar
(10 tot 20 kPa) hoger is dan de voor-
druk van het expansievat.
Toegestane werkdruk: 3 bar
(0,3 MPa)
Indicatie ”Onderhoud”
Nadat met de codeeradressen ”21”
tot ”24” ingestelde grenswaarden wor-
den bereikt, verschijnt op het display de
indicatie ”Onderhoud” en de rode sto-
ringsindicatie knippert.
Opmerking
Als er onderhoud wordt uitgevoerd voor-
dat ”Onderhoud” wordt aangegeven,
codering ”24:1” instellen, aansluitend
codering ”24:0”. De ingestelde onder-
houdsparameters voor bedrijfsuren en
tijdsintervallen beginnen weer op 0.
Onderhoudsmelding opvragen en
accepteren
De volgende toetsen indrukken:
1.
d
voor indicatie van de melding
afhankelijk van de codering (zie
boven):
■ ”Brander”
■ ”Tijdsinterval”
■ ”Brandstof”
2.
d
voor ”Accepteren”.
3. Met ”Bevestigen?” ”Ja” bevesti-
gen.
Opmerking
Als het onderhoud niet wordt uitge-
voerd, verschijnt op maandag
opnieuw de indicatie ”Onderhoud”.
Geaccepteerde onderhoudsmelding
oproepen
De volgende toetsen indrukken:
1. MENU.
2. |/~ voor ”Onderhoudsmeldin-
gen”.
3.
d
ter bevestiging.
De uitstaande onderhouds-
beurten worden aangege-
ven.
Na uitgevoerd onderhoud
1. Codering ”24:1” op ”24:0” terugzet-
ten.
of
In het menu onderhoudsmeldin-
gen ”Reset” kiezen en met toets
d
bevestigen.
2. Opmerking
Als codeeradres ”24” niet wordt
teruggezet, verschijnt op maandag
opnieuw de onderhoudsindica-
tie ”Onderhoud”.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen
(vervolg)
5671 294 NL