Installation Instructions

57
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling
Buffer VC Aan
34:5 Alleen in installaties met
verwarmingswaterbuffer
en codering ”BB:1” moet
ingesteld zijn:
Vrijgave voor CV-pom-
pen (zie volgend voor-
beeld)
34:0
tot
34:20
Waarde instelbaar van 0 tot
20 K
Buffer VC Uit
35:20 Alleen in installaties met
verwarmingswaterbuffer
en codering ”BB:1” moet
ingesteld zijn:
Blokkeren van de CV-
pompen, werkt met
adres ”34” (zie volgend
voorbeeld)
35:0
tot
35:30
Waarde instelbaar van 0 tot
30 K
Vrijgave van de CV-pompen:
De buffertemperatuur (sensor boven) is naar de waarde van de gewenste buffer-
temperatuur min de in codeeradres ”35” ingestelde waarde gestegen.
Blokkeren van de CV-pompen:
De buffertemperatuur (sensor boven) is naar de waarde van de gewenste buffer-
temperatuur min de som uit de waarden van codeeradressen ”34” en ”35” gedaald.
Voorbeeld:
Codering ”34:5” en ”35:20”, gewenste buffertemperatuur 50 °C
Vrijgave: 50 − 20 = 30, d.w.z. bij 30 °C buffertemperatuur (sensor boven) worden
de CV-pompen vrijgegeven.
Blokkeren: 50 − (20 + 5)= 25, d.w.z. bij 25 °C buffertemperatuur (sensor boven)
worden de CV-pompen geblokkeerd.
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling
Buffer
45:0 Zonder verwarmingswa-
terbuffer
45:1 Met verwarmingswaterbuf-
fer
45:2 Met verwarmingswaterbuf-
fer met geïntegreerde tap-
wateropwarming (combi-
boiler)
(Codeeradres ”61” in acht
nemen)
Coderingen
Codering 1
(vervolg)
5671 294 NL