Installation Instructions
60
Parameter
adres B5:...
Met functie voor CV-pomplogica:
CV-pomp ”Uit” CV-pomp ”Aan”
7 RT
werkelijk
> RT
gewenst
− 1 K RT
werkelijk
< RT
gewenst
−2 K
8 RT
Werkelijk
> RT
gewenst
− 2 K RT
werkelijk
< RT
gewenst
−3 K
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling
Minimumbegrenzing
C5:20 Elektronische minimum-
begrenzing van de aan-
voertemperatuur 20 °C
(alleen bij werking op nor-
male kamertemperatuur
actief)
C5:1
tot
C5:127
Minimumbegrenzing in-
stelbaar van 1 tot 127 °C
Maximumbegrenzing
C6:75 Elektronische minimum-
begrenzing van de aan-
voertemperatuur 75 °C
C6:10
tot
C6:127
Maximumbegrenzing in-
stelbaar van 10 tot 127 °C
Start gereduceerde verlaging
F8:−5 Temperatuurgrens voor
opheffing van geredu-
ceerde werking −5ºC, zie
voorbeeld op pagi-
na 125.
Instelling codeer-
adres ”A3” respecteren.
F8:+10
tot
F8:−60
Temperatuurgrens instel-
baar van +10 tot −60 °C
F8:−61 Functie inactief
Einde gereduceerde verlaging
F9:−14 Temperatuurgrens voor
opheffing van geredu-
ceerde gewenste kamer-
temperatuur −14ºC, zie
voorbeeld op pagi-
na 125.
F9:+10
tot
F9:−60
Temperatuurgrens instel-
baar van +10 tot −60 °C
Coderingen
Codering 1
(vervolg)
5671 294 NL