Installation Instructions
66
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling
Beschrijving zie pagi-
na 57
35:20 Alleen in installaties met
verwarmingswaterbuffer
en codering ”BB:1” moet
ingesteld zijn:
Beschrijving zie pagi-
na 57
35:0
tot
35:30
Waarde instelbaar van 0 tot
30 K
45:0 Zonder verwarmingswa-
terbuffer
45:1 Met verwarmingswaterbuf-
fer
45:2 Met verwarmingswaterbuf-
fer met geïntegreerde tap-
wateropwarming (combi-
boiler)
(Codeeradres ”61” in acht
nemen)
46:45 Alleen in installaties met
een verwarmingswater-
buffer:
Retourverhogings-
pomp ”Aan”, als de ketel-
watertemperatuur 45 °C
overschrijdt
46:0
tot
46:80
Gewenste waarde instel-
baar van 0 tot 80 °C.
47:10 Alleen in installaties met
een verwarmingswater-
buffer:
Inschakelintegraaldrem-
pel ingesteld op 10 K x
min (zie volgende be-
schrijving)
47:0
tot
47:100
Inschakelintegraaldrempel
instelbaar van 0 tot 100 K x
min
Als de buffertemperatuur (sensor boven) met een waarde onder de gewenste aan-
voertemperatuur daalt, wordt de brander na een bepaalde tijd ingeschakeld.
Voorbeeld:
Codering ”47:10”.
Bij 1 K temperatuurafwijking wordt de brander na 10 min ingeschakeld of bij 2 K
temperatuurafwijking na 5 min.
Coderingen
Codering 2
(vervolg)
5671 294 NL