Installation Instructions

71
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling
Max. collectoropstarttem-
peratuur, de zonnecircuit-
pomp wordt niet inge-
schakeld, als de collec-
tortemperatuur boven
130 °C is gestegen
6E:200 Zonder collectoropstartbe-
grenzing
6F:20 In combinatie met geïnte-
greerde solarregeling en
codeeradres ”6E”:
De zonnecircuitpomp
wordt alleen ingescha-
keld, als de collectortem-
peratuur 20 K onder de
collectoropstarttempera-
tuur is gedaald
6F:10
tot
6F:50
Waarde instelbaar van 10
tot 50 K
70:0 Tapwatercirculatiepomp
bij vrijgegeven tapwater-
verwarming volgens tijd-
programma ”Aan”
70:1 Tapwatercirculatiepomp
volgens tijdprogram-
ma ”Aan”
71:0 Tapwatercirculatiepomp:
volgens tijdprogram-
ma ”Aan”
71:1 ”Uit” tijdens de tapwaterop-
warming tot de eerste ge-
wenste waarde
71:2 ”Aan” tijdens de tapwater-
opwarming tot de eerste
gewenste waarde
72:0 Tapwatercirculatiepomp:
volgens tijdprogram-
ma ”Aan”
72:1 ”Uit” tijdens de tapwaterop-
warming tot de tweede ge-
wenste waarde
72:2 ”Aan” tijdens de tapwater-
opwarming tot de tweede
gewenste waarde
73:0 Tapwatercirculatiepomp:
volgens tijdprogram-
ma ”Aan”
73:1
tot
73:6
Tijdens het tijdprogramma
1maal/h gedurende
5 min ”Aan”
tot
6maal/h gedurende
5 min ”Aan”
73:7 Permanent ”Aan”
Coderingen
Codering 2
(vervolg)
5671 294 NL