Installation Instructions

4Indienststelling van de ketel
13
4 Indienststelling van de ketel
Voorbereidingen voor de
indienststelling
H Nagaan of de be en ontluchtingen
van de opstelruimte geopend zijn en
de rookgaskanalen vrij zijn.
H Eventueel voorhanden terugslagklep
pen openen voor aan de verwar
mingswaterzijde wordt gevuld.
H De installatie met water vullen en ont
luchten.
H De druk van de installatie controleren.
H De voordruk van het membraan
expansievat controleren (zie onder
houdschecklist/serviceaanwijzing).
H Eventueel voorhanden terugslagklep
pen weer in de oorspronkelijke stand
zetten.
Voor de indienststelling van de ketel
ook rekening houden met de gebruiks
aanwijzing van de ketelregeling.
Toestand bij levering en omschakeling
van de veiligheidstemperatuurbegren
zer: zie montageaanwijzing van de
ketelregeling.
Eerste indienststelling van de
ketel
De eerste indienststelling moet gebeu
ren door de installateur of door een
door hem aangestelde vakman; daarbij
moeten de instelwaarden in een meet
protocol worden geregistreerd.
Opleiding van de gebruiker
De installateur moet aan de gebruiker
van de installatie de gebruiksaanwijzing
overhandigen en hem de bediening uit
leggen.
Indienststelling van de ketel
De hier beschreven indienst
stelling heeft uitsluitend be
trekking op de ketel.
1. Het gastype opvragen bij het gasbe
drijf.
2. De gasgroep vergelijken met de
gegevens op de sticker op de
brander.
Aanwijzing!
In de toestand bij levering is de ketel
ingesteld voor aardgas G20/G25 en is
de gascombinatieregelaar geblok
keerd.
5488 690