Installation Instructions
10
03. Slangen via de spoel- en vulinrich-
ting
N
op de aftapkraan
G
en vul-
kraan
K
aansluiten.
04. Warmteoverdrachtsmedium in de
tanks van de
N
vullen.
05.
Aftapkraan G en vulkraan K
openen.
06. Vulpomp van de de spoel- en vulin-
richting
N
inschakelen.
07. Het vloeistofniveau in het reservoir
bekijken en eventueel warmteover-
drachtsmedium bijvullen, opdat
geen lucht in het zonnecircuit
terecht kan komen. Vulpomp van de
de spoel- en vulinrichting
N
zo lang
laten lopen, tot er geen luchtbellen
meer in de tank opstijgen (minstens
20 tot 30 min).
Opmerking
Tegen het einde van de spoelpro-
cedure de afsluiter
F
kort openen:
Met een schroevendraaier de gleuf
aan de stelbout boven de debietin-
dicatie verticaal zetten. Eventuele
luchtresten in de retour worden
weggewerkt.
08.
Aftapkraan G sluiten. De vulpomp
van de spoel- en vulinrichting
N
zo
lang laten lopen, tot de vereiste vul-
druk is bereikt.
Aanwijzing voor de restontluch-
ting
Ook bij een grondige ontluchting
bevindt zich in het warmteover-
drachtsmedium nog opgeloste
lucht. Deze komt vrij als de tempe-
ratuur stijgt en wordt via de luchtaf-
scheider
E
afgevoerd.
09.
Vulkraan K sluiten, vulpomp van
de spoel- en vulinrichting
N
uit-
schakelen.
De druk mag minstens een half uur
niet dalen.
10.
Afsluiter F openen: Met een
schroevendraaier de gleuf aan de
stelbout boven de debietindicatie
verticaal zetten.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen
(vervolg)
5604 537 NL