Installation Instructions

Zonnedekkingspercentage
300 350 400 450 500 550
Solair dekkingspercentage
in %
10
20
30
40
50
60
70
600
80
90
100
Warmtehoeveelheid (opbrengst) in kWh/(m² · a)
A
B
A
Gebruikelijke dimensionering voor tapwateropwarming in een
eengezinshuis
B
Gebruikelijke dimensionering voor zonnesystemen
Het zonnedekkingspercentage geeft aan hoeveel procent van de jaar-
lijks voor de tapwateropwarming respectievelijk kamerverwarming
benodigde energie door het zonnesysteem kan worden gedekt.
Een zonnesysteem ontwerpen, betekent steeds een goed compromis
tussen opbrengst en solair dekkingspercentage te vinden. Hoe groter
het solaire dekkingspercentage wordt, des te meer conventionele
energie wordt gespaard.
Daarmee zijn echter warmteoverschotten in de zomer verbonden. Dat
betekent een gemiddeld lager collectorrendement en automatisch
lagere opbrengsten (energiehoeveelheid in kWh) per m
2
absorberop-
pervlak.
1.3 Richting, inclinatie en overschaduwing van het ontvangstoppervlak
Inclinatie van het ontvangstoppervlak
De opbrengst van een zonnesysteem varieert afhankelijk van de incli-
natie en de richting van het collectoroppervlak. Bij een hellend ont-
vangstoppervlak veranderen de instralingshoek, de stralingsintensiteit
en daarmee ook de hoeveelheid energie. De energie is het grootst, als
de straling in een rechte hoek op het ontvangstoppervlak treft. Omdat
die situatie in onze breedtegraad met betrekking tot de horizontale lijn
nooit wordt bereikt, kan de opbrengst door een inclinatie van het ont-
vangstoppervlak worden geoptimaliseerd. In Duitsland wordt op een
ontvangstoppervlak met 35° inclinatie bij zuiduitlijning (in vergelijking
met de horizontale positie) circa 12% meer energie gestraald.
Richting van het ontvangstoppervlak
Een andere factor voor de berekening van het te verwachten energie-
volume is de richting van het ontvangstoppervlak. Op het noordelijk
halfrond is een uitlijning naar het zuiden optimaal. De volgende afbeel-
ding toont het samenwerken van richting en inclinatie. Een vergelijking
met de horizontale lijn leidt tot meer of minder opbrengsten. Tussen
zuidoost en zuidwest en bij inclinatiehoeken tussen 25 en 70 ° kan een
bereik voor een optimale opbrengst van een zonnesysteem worden
gedefinieerd. Grotere afwijkingen, bijvoorbeeld bij gevelmontage, kun-
nen met een overeenkomstig groter collectoroppervlak worden
gecompenseerd.
Zuid Oost
Zuidoost
-20% -40%
-25%
+5%
+10% -15%
±0%
West Zuid
Zuidwest
-40% -20%
-25%
+5%
-15% +10%
±0%
Grondbeginselen
(vervolg)
10
VIESMANN
VITOSOL
1
5819 440 NL