Installation Instructions

Installatievoorbeelden (aansluitingen rechts en links verwisselbaar)
Collectoren in één rij gemonteerd Collectoren in twee rijen gemonteerd
Bij de volgende aansluitvarianten (niet volgens Tichelmann) is geen
gelijkmatige doorstroming gegarandeerd.
C
ϑ
C
ϑ
C
ϑ
C
ϑ
Verdere installatiewensen op aanvraag.
Montage van sneeuwopvangroosters
Bij het overschrijden van de in de tabel aangegeven waarden is een
sneeuwopvangrooster verplicht.
Type SV SH
Sneeuwlast in
kN/m
2
0,75 1,25 2,55 0,75 1,25 2,55
Dakhelling Afstand tussen bovenkant collectorveld en
daknok in m
15° 18,8 10,3 3,8 8,3 4,5 1,7
30° 9,8 4,9 1,2 4,3 2,2 altijd
45° 8,2 3,9 0,7 3,6 1,7 altijd
65° 9,8 4,9 1,2 4,3 2,2 altijd
Ontwerpinstructies voor de montage op platte daken
16.1 Bepaling van de collectorrijafstand z
Bij zonsopgang en -ondergang (erg laagstaande zon) kan een over-
schaduwing bij achter elkaar opgestelde collectoren niet worden ver-
meden. Om het opbrengstverlies acceptabel te houden, moeten con-
form VDI Richtlijn 6002-1 bepaalde rijafstanden (afstand z) worden
gerespecteerd. Op het tijdstip van de hoogste zonnestand op de kort-
ste dag van het jaar (21-12) mag er op de achterste rijen geen schaduw
vallen.
Voor de berekening van de rijafstand moet de hoek van de zonne-
stand β ('s middags) op 21-12 erbij betrokken worden.
In Nederland ligt deze hoek afhankelijk van de breedtegraad tussen
13,4° (Groningen) en 15,6° (Maastricht).
Ontwerpinstructies voor de montage op schuine daken— Dakintegratie
(vervolg)
VITOSOL
VIESMANN
121
5819 440 NL
16