Installation Instructions
sin (180° – (α + β))z
h
=
sinβ
z
h
h
β
α α
z = collectorrijafstand
h = collectorhoogte (afmeting zie hoofdstuk ”Technische gegevens”
bij de betreffende collector)
α = collectorinclinatiehoek
β = hoek van de zonnestand
Voorbeeld:
Amsterdam ligt ongeveer op 52,2° noorderbreedte.
Op het noordelijk halfrond wordt deze waarde van een vaste hoek van
66,5° afgetrokken:
hoekβ = 66,5° − 50° = 16,5°
Voorbeeld met Vitosol-F, type SH
h = 1056 mm
α = 45°
β = 16,5°
1056 mm · sin (180°– 61,5°)
h · sin (180°– (α+β))
sin β
z =
sin 16,5°
z = 3268 mm
z =
16.2 Vlakke plaatcollectoren Vitosol-F (op staanders)
Opmerking bij de bevestiging van de collector op pagina 106 respec-
teren.
Viessmann biedt twee collectorsteunen ter bevestiging aan:
■ Met variabel instelbare hellingshoek (sneeuwbelastingen tot
2,55 kN/m
2
, windsnelheden tot 150 km/h):
De collectorsteunen zijn voorgemonteerd. Ze bestaan uit voetsteu-
nen, framesteunen en stelsteunen met boorgaten voor de instelling
van de hellingshoek (zie volgende hoofdstuk).
■ Met vaste hellingshoek van 30, 45 en 60° (sneeuwbelastingen tot
1,5 kN/m
2
, windsnelheden tot 150 km/h):
Collectorsteunen met voetplaten (zie vanaf pagina 125).
Bij deze variant wordt de hellingshoek bepaald door de afstand van
de voetplaten.
Voor 1 tot 6 collectoren naast elkaar zijn verbindingsstutten nodig voor
een stevige stand.
Collectorsteunen met variabel instelbare hellingshoek
Type SV — Hellingshoek α 25 tot 60°
α= 35°
α= 45°
α= 50°
α= 25°
α= 55°
α= 60°
α= 30°
α
C
B
A
α= 40°
A
Voetsteun
B
Stelsteunen
C
Framesteunen
Ø 11
80
50
100100 1600
1800
Gatmaat van de voetsteunen
Ontwerpinstructies voor de montage op platte daken
(vervolg)
122
VIESMANN
VITOSOL
16
5819 440 NL