Installation Instructions
Doorstroomweerstand Vitosol 200-T en Vitosol 300-T
Met betrekking tot water, komt overeen met Tyfocor LS bij ca. 60 °C
10
5
4
3
2
100
50
40
30
20
200
70 100
200 300 400 500
150
800
15
25
Debiet in l/h
Doorstroomweerstand
B
A
mbar
kPa
1
0,5
0,4
0,3
0,2
10
5
4
3
2
20
1,5
2,5
60
A B
Vitosol 200-T, type SPE
1,63 m
2
3,26 m
2
Vitosol 200-T, type SP2A en Vitosol 300-
T, type SP3B
1,26/1,51
m
2
3,03 m
2
18.8 Doorloopsnelheid en doorstroomweerstand
Doorloopsnelheid
Om door de buizen van het zonnesysteem de doorstroomweerstand
zo laag mogelijk te houden, mag de doorloopsnelheid in de koperen
buis 1 m/s niet overschrijden. Wij raden u conform VDI 6002-1 door-
loopsnelheden tussen 0,4 en 0,7 m/s aan. Bij deze doorloopsnelheden
wordt een doorstroomweerstand tussen 1 en 2,5 mbar/m buislengte
ingesteld.
Opmerking
Een hogere stroomsnelheid verhoogt de doorstroomweerstand, een
duidelijk lagere verzwaart de ventilatie.
De lucht die aan de collector bijeenkomt, moet naar beneden door de
zonne-aanvoerleiding naar de ontluchter worden geleid. Voor de
installatie van de collectoren raden wij aan de buizen zoals bij een
gebruikelijke CV-installatie op debiet en doorloopsnelheid te dimensi-
oneren (zie de volgende tabel).
Afhankelijk van debiet en buisdimensie ontstaan er verschillende door-
loopsnelheden.
Ontwerphandleiding
(vervolg)
142
VIESMANN
VITOSOL
18
5819 440 NL