Montagehandleiding VIESMANN voor de vakman Vitosol 200-T type SP2A Vitosol 300-T type SP3B Vacuüm-buizencollector volgens het Heatpipe-principe VITOSOL 200-T VITOSOL 300-T 5772 885 NL 6/2013 Na montage deze handleiding recyclen!
Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. ! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Werkzaamheden aan de installatie ■ Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren.
Inhoudsopgave Gebruik volgens de regelgeving....................................................................... 4 Montageverloop Schuine dakmontage met dakhaak...................................................................... ■ Dakhaak monteren............................................................................................ ■ Verticale montage............................................................................................. ■ Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T)........
Gebruik volgens de regelgeving Het apparaat mag conform het doel enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten systemen volgens EN 12828 / DIN 1988 resp. solarinstallaties volgens EN 12977, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en bedieningshandleidingen. Warmwaterboilers zijn uitsluitend voorzien voor de bevoorrading en verwarming van water met tapwaterkwaliteit, verwarmingswaterbuffers uitsluitend voor vulwater in tapwaterkwaliteit.
Schuine dakmontage met dakhaak Dakhaak monteren De montage van de dakhaak geldt voor de verticale en horizontale montage van de collectoren. 2 3 32 5 28 0 1 ■ Verticale montage vacuümbuizen loodrecht op de dakvorst, zie vanaf pagina 8. ■ Horizontale montage vacuümbuizen parallel met de dakvorst, zie vanaf pagina 11.
Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) Dakbedekking met leipannen 1. 2 Opmerking Tegen binnendringend vocht gebruikelijke ommanteling van lood aanbrengen. 1 2. Bedekking met beverstaartpannen 3 30 1. 4 Opmerking Dakpan aanpassen, circa 30 mm met doorslijper afsnijden. 5772 885 NL 2.
Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) Golfplaatbedekking Ø8 A 5,6 B 5772 885 NL A Afdichtschijf (door installateur) B Aanwezige daklat 7
Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) Verticale montage A B 1.
Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) 4. 90° 3. 2.
Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) 7. 2x 6. y 90° 5. 90° y = 285 mm Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68). 5772 885 NL Aanwijzing bij stap 6: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen.
Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) e c f g 74 50 d Afmetingen voor de verticale opstelling van de dakhaak c mm d 1053 2061 1053 1053 2061 2061 mm e — — 1053 2061 1053 2061 mm f 525 1030 525 5025 1030 1030 mm g — — 1095 1350 1855 2110 mm — — 1610 2380 2380 3140 5772 885 NL Combinatie 1,51 m2 3,03 m2 1,51 m2/1,51 m2 1,51 m2/3,03 m2 3,03 m2/1,51 m2 3,03 m2/3,03 m2 11
Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) 5 18 30 20 C 1.
Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) 90° 0 34 2. 90° 90° b 5. 17 0 90° 90° 90° 3. 6. 90° 4. Maat b in de volgende tabel respecteren. a mm b 265 515 mm 230 480 De aansluitbehuizing met verspringing ten opzichte van de buisfixatie monteren. Zo hebben de vacuümbuizen een helling ten opzichte van de horizontale lijn.
Schuine dakmontage met dakhaak (vervolg) 8. 9. Ø9 90° 10. b a 7. Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68). 5772 885 NL Aanwijzing bij stap 9: Centreergleuf aan de achterkant van de aansluitbehuizing als hulpmiddel bij het boren gebruiken.
Schuine dakmontage met spanthaken Spanthaak monteren De montage van de spanthaak geldt voor de verticale en horizontale montage van de collectoren. 1 2 ■ Verticale montage (vacuümbuizen loodrecht op de dakvorst), zie vanaf pagina 17 ■ Horizontale montage (vacuümbuizen parallel met de dakvorst), zie vanaf pagina 23 3 4 80 80 23 23 1 Spanthaak 2 Hoeksteun 3 Montagerail voor loodrechte montage 4 Montagerail voor horizontale montage ! Opgelet Voorkomen dat de pannen breken.
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) 1 2 A B 1 A 20 75 4. 3. 1 2. 2 1.
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) 5. 7. 5 6. Verticale montage Afmetingen voor de horizontale opstelling van de spanthaak In de volgende tabel worden de dakspanten aangegeven waarop de spanthaken moeten worden gemonteerd. Voorbeeld: ■ Drie collectoren ■ Combinatie uit 1 x 1,51 m2 en 2 x 3,03 m2 ■ Spantafstand 600 mm 5772 885 NL Aan elk collectoraantal en elke collectorcombinatie is een bepaald aantal spanthaken toegekend.
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) In tabel voor 3 collectoren op pagina 19 de combinatie zoeken (grijze achtergrond): Van de 9 dakspanten worden gebruikt: spanten 1, 2, 3, 6, 7, 9 a A 790 74 Positie van de spanthaken 1 collector Combinatie 74 790 A Buisbevestiging Spantafstand a in mm Gebruikte spanten ≤ 600 ≤ 700 ≤ 800 ≤ 600 ≤ 700 ≤ 800 1, 2 1, 2 1, 2 1, 4 1, 3 1, 3 Twee collectoren Combinatie Spantafstand a in mm Gebruikte spanten ≤ 600 2 1 x 1,51 m / ≤ 700 1 x 3,03 m2 ≤ 800 ≤ 600 ≤ 700
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) Drie collectoren Combinatie 1 x 1,51 m2/ 2 x 3,03 m2 3 x 3,03 m2 Vier collectoren Combinatie m2/ 1 x 1,51 3 x 3,03 m2 4 x 3,03 m2 Vijf collectoren Combinatie m2/ 1 x 1,51 4 x 3,03 m2 Spantafstand a in mm Gebruikte spanten ≤ 600 1, 2, 3, 5, 6, 9, 12 ≤ 700 1, 2, 3, 5, 6, 8, 9, 11 ≤ 800 1, 2, 3, 5, 6, 8, 9, 11 ≤ 600 1, 4, 5, 7, 8, 9, 11, 12, 14 ≤ 700 1, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 ≤ 800 1, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 11 Spantafstand a in mm Gebruikte spanten ≤ 600 1, 2
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) 18 00 x 21 30 19 0 Afmetingen voor de verticale plaatsing van de spanthaken 90° 5772 885 NL 1.
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) 4. 90° 3. 2.
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) 7. 2x 6. y 90° 5. 90° y = 305 mm Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68). 5772 885 NL Aanwijzing bij stap 6: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen.
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) 5772 885 NL e f g c 74 50 d Afmetingen voor de verticale plaatsing van de spanthaken Combinatie 1,51 m2 3,03 m2 1,51 m2/1,51 m2 1,51 m2/3,03 m2 3,03 m2/1,51 m2 3,03 m2/3,03 m2 c mm d 1053 2061 1053 1053 2061 2061 mm e — — 1053 2061 1053 2061 mm f 525 1030 525 525 1030 1030 mm g — — 1105 1355 1860 2110 mm — — 1630 2385 2385 3140 23
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) Voor de totale breedte zijn drie dakspanten nodig. Daarvan de middelste spanten vrij laten. h C k 90° B A 1.
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) 90° 5 30 2. 90° 90° b 5. 5 15 90° 90° 6. 90° 90° 4. 3. Maat b in de volgende tabel respecteren. 5772 885 NL Vitosol 200-T 1,51 m2 3,03 m2 a mm b 265 515 mm 230 480 De aansluitbehuizing met verspringing ten opzichte van de buisfixatie monteren. Zo hebben de vacuümbuizen een helling ten opzichte van de horizontale lijn.
Schuine dakmontage met spanthaken (vervolg) 8. 9. Ø9 90° 10. b a 7. Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68). 5772 885 NL Aanwijzing bij stap 9: Centreergleuf aan de achterkant van de aansluitbehuizing als hulpmiddel bij het boren gebruiken.
Schuin-dakmontage met spantankers Spantankers monteren De montage van de spantankers geldt voor de verticale en horizontale montage van de collectoren.
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) 5 Afdichting 6 Kunststof vervangende pan, wanneer de aanwezige pannen niet uitgesneden moeten worden Uitsluitend gebruiken bij daken met minimaal 12° dakhelling. 2. ~ 40 B ~ 40 1.
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) Montage met panaanpassing 3. 4. 6. 5772 885 NL 5.
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) Montage met kunststof vervangende pan 3. 2. 5772 885 NL 1.
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) 4. 5. Verticale montage Afmetingen voor de horizontale opstelling van het spantanker 5772 885 NL Zie vanaf pagina 17.
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) 20 50 19 0 Afmetingen voor de verticale plaatsing van de spantankers 90° 5772 885 NL 1.
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) 4. 90° 3. 2.
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) 7. 2x 6. 30 5 90° 5. 90° Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68). 5772 885 NL Aanwijzing bij stap 6: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen.
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) Horizontale montage (alleen Vitosol 200-T) 5772 885 NL e f g c 74 50 d Afmetingen voor de verticale plaatsing van de spantankers 35
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) c mm d 1053 2061 1053 1053 2061 2061 mm e — — 1053 2061 1053 2061 mm f 525 1030 525 525 1030 1030 mm g — — 1105 1355 1860 2110 mm — — 1630 2385 2385 3140 5772 885 NL Combinatie 1,51 m2 3,03 m2 1,51 m2/1,51 m2 1,51 m2/3,03 m2 3,03 m2/1,51 m2 3,03 m2/3,03 m2 36
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) Voor de totale breedte zijn drie dakspanten nodig. Daarvan de middelste spanten vrij laten. 1. h C k B A 4x 90° C Buisbevestiging 5772 885 NL A Spantanker B Montagerail 2.
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) Overstand h in mm 400 300 200 5772 885 NL Spantafstand k in mm 600 700 800 38
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) 90° 30 5 3. 90° 90° b 6. 5 15 90° 90° 90° 4. 7. 90° 5. Maat b in de volgende tabel respecteren. a mm b 265 515 mm 230 480 De aansluitbehuizing met verspringing ten opzichte van de buisfixatie monteren. Zo hebben de vacuümbuizen een helling ten opzichte van de horizontale lijn.
Schuin-dakmontage met spantankers (vervolg) 9. 10. Ø9 90° 11. b a 8. Aanwijzing bij stap 10: Centreergleuf aan de achterkant van de aansluitbehuizing als hulpmiddel bij het boren gebruiken. Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68).
Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Verticale montage Vacuümbuizen loodrecht op de daknok De montage kan afhankelijk en onafhankelijk van de spantafstand plaatsvinden. 80 23 20 50 19 0 Afmetingen voor de verticale opstelling van het bevestigingsijzer Afmetingen voor de horizontale opstelling van het bevestigingsijzer De horizontale plaatsing van de bevestigingsijzers bij de montage onafhankelijk van de spantafstand, zie volgende afbeelding).
Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) B A c C 2 f c d g e 2 e A Bevestigingsijzer B Montagerail c mm d 525 1030 525 525 1030 mm e — — 1105 1610 1030 mm f — — 525 1030 1030 mm g — — 1630 2385 3135 mm — — 580 830 1075 5772 885 NL Combinatie 1,51 m2 3,03 m2 1,51 m2/1,51 m2 1,51 m2/3,03 m2 3,03 m2/3,03 m2 C Buisbevestiging 42
Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Voor de montage van de bevestigingsijzers zijn door de installateur te voorziene bevestigingselementen nodig. B De montage wordt met het voorbeeld van felsprofielen weergegeven. A 3. 90° 2. D 1.
Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) 6. 90° 5. 4.
Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) 2x 9. 8. 30 5 90° 7. 90° Aanwijzing bij stap 8: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen. Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68).
Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) e c f g 74 50 d Afmetingen voor de verticale opstelling van het bevestigingsijzer c mm d 1053 2061 1053 1053 2061 2061 mm e — — 1053 2061 1053 2061 mm f 525 1030 525 525 1030 1030 mm g — — 1095 1350 1855 2110 mm — — 1610 2380 2380 3140 5772 885 NL Combinatie 1,51 m2 3,03 m2 1,51 m2/1,51 m2 1,51 m2/3,03 m2 3,03 m2/1,51 m2 3,03 m2/3,03 m2 46
Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Afmetingen voor de horizontale opstelling van het bevestigingsijzer 0 19 50 20 C B A C Buisbevestiging 5772 885 NL A Bevestigingsijzer B Montagerail 47
Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) Voor de montage van de bevestigingsijzers zijn door de installateur te voorziene bevestigingselementen nodig. De montage wordt met het voorbeeld van felsprofielen weergegeven. 90° 3. B 2. A D 1.
Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) 90° 30 5 4. 90° 90° b 7. 5 15 90° 90° 90° 8. 90° 6. 5. Maat b in de volgende tabel respecteren. 5772 885 NL Vitosol 200-T 1,51 m2 3,03 m2 a mm b 265 515 mm 230 480 De aansluitbehuizing met verspringing ten opzichte van de buisfixatie monteren. Zo hebben de vacuümbuizen een helling ten opzichte van de horizontale lijn.
Schuine dakmontage met bevestigingsijzers (vervolg) 10. 11. Ø9 90° 12. b a 9. Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68). 5772 885 NL Aanwijzing bij stap 11: Centreergleuf aan de achterkant van de aansluitbehuizing als hulpmiddel bij het boren gebruiken.
Montage aan gevels (alleen Vitosol 200-T) 2. b c 74 90° 0 a 43 1.
Montage aan gevels (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) a mm b 440 525 4070 525 525 1070 1070 mm c 975 — — 1100 1335 1880 2200 mm 1415 — — 1625 2405 2405 3270 5772 885 NL Combinatie 1,26 m2 1,51 m2 3,03 m2 1,51 m2/1,51 m2 1,51 m2/3,03 m2 3,03 m2/1,51 m2 3,03 m2/3,03 m2 52
Montage aan gevels (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) 3. 2x 4. 5. 90° 90° 90° 6. b 33 0 20 00 90° 90° 5772 885 NL 7. 2x Maat b in de volgende tabel respecteren.
Montage aan gevels (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) Vitosol 200-T 1,26 m2 1,51 m2 3,03 m2 a mm b 210 230 480 mm 260 265 515 De aansluitbehuizing met verspringing ten opzichte van de buisfixatie monteren. Zo hebben de vacuümbuizen een helling ten opzichte van de horizontale lijn. 90° a b Ø9 9. 10. Aanwijzing bij stap 10: Centreergleuf aan de achterkant van de aansluitbehuizing als hulpmiddel bij het boren gebruiken. 8. Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68).
Liggende montage (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) ■ Collectorveld naar het zuiden uitlijnen. ■ Berekeningen van de belastingen en de maximale belasting van de onderliggende constructie volgens DIN 1055-4: 2005-03 en DIN 1055-5: 2005-07. Per collector zijn twee steunpunten A en twee steunpunten B nodig. Voor de berekening staat onder www.viessmann.com het Viessmann berekeningsprogramma ”SOLSTAT” ter beschikking.
Liggende montage (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) 90° 3. 90° a b c 2. A 0 16 B 74 00 19 1. Bouten door de installateur te voorzien.
Liggende montage (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) Combinatie 1,51 m2 3,03 m2 1,51 m2/1,51 m2 1,51 m2/3,03 m2 3,03 m2/1,51 m2 3,03 m2/3,03 m2 a mm b 525 1030 525 525 1030 1030 mm c — — 1100 1355 1860 2110 mm — — 1625 2385 2385 3140 4. 90° 5 27 90° 7. 0 14 6. 5772 885 NL 90° 5.
Liggende montage (alleen Vitosol 200-T) (vervolg) 90° 9. 2x 8. Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68). 5772 885 NL Aanwijzing bij stap 8: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen.
Montage op steunen Als meerdere collectoren achter elkaar opgesteld worden, beschaduwingen voorkomen. Tussen de rijen een afstand z aanhouden. 2. Maat z berekenen: h = 2241 mm α = 45° β = 16,5° 1. Hoek β van de stand van de zon op 21 december (kortste dag) 's middags bepalen. In Nederland ligt deze hoek afhankelijk van de breedtegraad tussen 13,4° (Groningen) en 15,6° (Maastricht). Voorbeeld: Amsterdam ligt ongeveer op 52,2° noorderbreedte.
Montage op steunen (vervolg) Montage-instructies ■ Maximaal optredende belasting en afstand tot de dakrand voor onderbouw door installateur volgens DIN 1055 in acht nemen. ■ Kiezels en dergelijke van het oppervlak verwijderen. Vlak met bouwmatten bedekken en daarop steunpunten A en B positioneren (zie volgende afbeeldingen). ■ Collectorveld naar het zuiden uitlijnen.
Montage op steunen (vervolg) 1. 8. 2x z c B a b A Voetsteunen als boorsjabloon gebruiken.
Montage op steunen (vervolg) 2. 4. 3.
Montage op steunen (vervolg) 6. 4x 5. Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68). 5772 885 NL Aanwijzing bij stap 6: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen.
Montage op steunen (vervolg) Collectorsteunen met variabele hellingshoek 50° 45° 40° 35° 30° 25° Hellingshoek α instellen 1. 2.
Montage op steunen (vervolg) B 3. A Z 20 00 4x a b De voetsteunen als boorsjabloon gebruiken.
Montage op steunen (vervolg) 6. 7. 4. Ø8,5 5772 885 NL 5.
Montage op steunen (vervolg) 9. 4x 8. 4x Verder met hoofdstuk ”Hydraulische aansluitingen” (zie pagina 68). 5772 885 NL Aanwijzing bij stap 9: De buisfixaties moeten op een lijn liggen met de buisfixaties in de aansluitbehuizing; indien nodig, met een koord uitlijnen.
Hydraulische aansluitingen Aansluitbehuizing verbinden ! Opgelet Verbindingsleidingen mogen geen beschadigingen vertonen. Alle O-ring-afdichtingen aan de collectoren uitsluitend met het meegeleverde speciale smeervet invetten. 5. 4. A 3. 2x 6. 1. 2. ,5 88 Aanwijzing bij stap 6: Collectorzekering A door boringen in de aansluitbehuizing vastklikken. 5772 885 NL Aanwijzing bij stap 3: De veiligheidsklemmen recht plaatsen.
Hydraulische aansluitingen (vervolg) Aansluitset monteren Lu G V ie s ra A is rm m s br Ins e p atu a ic tr ou re n at um r n io e ro fe n n n b tt U t in nis gr e t ilk ea ter on se ie L2 50 L Onderdelen ■ Wartelmoer eerst met de hand aantrekken, daarna met een steeksleutel ¾-slag vasttrekken. ■ Op knelkoppelingen geen uitgegloeide koperen leidingen gebruiken. 5772 885 NL Montage-instructies ■ Alle leidingeinden moeten haaks en zonder bramen zijn.
Hydraulische aansluitingen (vervolg) 3. 2. 5. 4. 7. VL 1. VL RL RL 6.
Hydraulische aansluitingen (vervolg) ■ Keerkast met ontluchting uitsluitend bij Vitosol 200-T, horizontale montage van de collectoren, gebruiken. ■ Na de verbinding van het collectorveld met de buizen van het zonnecircuit de installatie vullen, de installatiedruk en de dichtheid controleren. Servicehandleiding ”Vitosol-T” Vacuümbuizen inbouwen Gevaar De vacuümbuizen kunnen bij onvoorzichtigheid breken. Dat kan tot letsel leiden. De condensator wordt bij directe zonnestraling erg heet.
Vacuümbuizen inbouwen (vervolg) 3. 7. 2. +25° 0° -25° 1. 6. 8. 4. 2x 5. 0° A Opmerking bij stap 3 en 7: Deze stappen uitsluitend bij Vitosol 300-T verrichten. Aanwijzing bij stap 5: Let erop dat de buisopnamebeugels A niet worden beschadigd. 72 ! Opgelet Als het zonne-energiesysteem na de montage niet onmiddellijk met het warmtedragende medium wordt gevuld, kunnen de collectoren worden beschadigd.
Vacuümbuizen inbouwen (vervolg) Daarom moeten de collectoren met een afdekking tegen zoninstraling worden geschermd. Collectortemperatuursensor monteren Montage-instructies ■ Sensor in de buurt van de hydraulische aansluitingen monteren. ! Opgelet De sensorkabel mag niet met de hete buizen in contact komen. De kabel in de gleuf van de isolatie leggen. 4. 3. 1. 5. 5772 885 NL 2.
Installatie ! Opgelet Ondeskundige installatie kan schade aan de collectoren veroorzaken. Voor de installatie rood messing fittingen, messing fittingen en koperen leiding gebruiken. Collectoren niet betreden! In de buurt van de collector en aan de collector niet solderen! ■ Leidingen zo leggen dat een volledige ontluchting wordt gegarandeerd. Op een toegankelijke plaats een luchtafscheider in de leidingen monteren.
Installatie (vervolg) T O A L P B B C C P K L D E R F G N H M M S A B C D E F K L M N O P R S T Vulkraan Stagnatiekoeler expansievat Opvangreservoir Collector Solarregeling Warmwaterboiler Boilertemperatuursensor Collectortemperatuursensor 5772 885 NL Solar-Divicon Afsluitkleppen Terugslagkleppen Zonnecircuitpomp Luchtafscheider Afsluitkraan (stelbout boven de debietindicatie H) G Aftapkraan H Debietindicatie 75
Inbedrijfstelling van het zonne-energiesysteem 76 5772 885 NL Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail : info-nl@viessmann.com www.viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.