User Guide

Table Of Contents
27
9.2. Probleemoplossing
Problemen Mogelijke oorzaken Oplossingen
De voedingsindicator gaat
niet aan
A. de monitor is niet ingeschakeld. A. Controleer of het stroomsnoer
is aangesloten en schakel de
monitor AAN.
De voedingsindicator is aan,
maar er wordt geen beeld
weergegeven
A. De videokabel is los geraakt of
onjuist aangesloten
B. Geen videosignaalingang
A. Sluit de videokabel aan of
vervang het, en zorg voor een
goede en juiste aansluiting;
B. Controleer de signaalbron,
en controleer of het goed
is aangesloten bij het
uitgangseinde.
Schokkend of golvend beeld A. Er bestaat een elektrisch
apparaat dat zorgt voor
interferentie met de
videosignalen;
A. Schakel het elektrische apparaat
uit, of verplaats de monitor.
Duister of zeer helder scherm 5. A. Lage of hoge helderheid/
contrast
6. A. Controleer de instellingen voor
helderheid/contrast, of herstel
naar standaardinstellingen.
Kleurverschil A. Onjuiste chromatische
verzadiging;
B. Onjuiste RGB-waarden of
kleurtemperatuur
A. Controleer de chromatische
verzadiging;
B. Pas de RGB-waarden aan of
reset de kleurtemperatuur;
C. Herstel de standaardinstellingen.
Beeldvervorming A. Onjuiste beeldverhouding; A. Reset de beeldverhouding.
Geen klank A. De audiokabel is los geraakt of
onjuist aangesloten;
B. Het is gedempt
A. Zorg voor een juiste aansluiting
aan het ingangseinde;
B. Reset het volume.