Operation Manual

0478 403 9901 C - NL
86
Spankracht bijstellen:
ga als volgt te werk als de duwstang
onvoldoende wordt geklemd of als de
spanhendel niet met de hand kan
worden bewogen: spanhendel
loszetten en spankracht bijstellen door
de moer (8) erin en eruit te draaien.
Spanhendel daarna opnieuw naar
voren drukken.
7.5 Duwstang omhoog klappen
Spanhendel (1) omhoog trekken.
Bovenstuk duwstang (2) in
pijlrichting open klappen.
Spanhendel (1) tot aan de aanslag naar
voor drukken.
Hoogte van duwstang instellen.
(Ö 11.2)
7.6 Stootstrippen monteren
Voorgemonteerde bouten (1) in
de stootstrippen (F, G)
controleren – niet geheel losdraaien.
Motorhak in de reinigingsstand zetten.
(Ö 12.2)
Stootstrip links (F) met de drie
voorgemonteerde bouten (1) in de drie
boringen (2) op de afdekplaat invoeren.
Stootstrip (F) naar voor schuiven en
houden.
Draai de bouten (1) erin en draai deze
met 10 - 12 Nm vast.
Het goed vastzitten van de
stootstrip (F) controleren en daarna de
rechter stootstrip (G) op dezelfde
manier monteren.
7.7 Stervormige hakmessen
monteren HB 445, HB 445 R
Motorhak in de reinigingsstand
zetten. (Ö 12.2)
Stervormig hakmes, definitie:
Stervormig hakmes (1):
asbevestiging met even grote
buitendiameter (2).
Stervormig hakmes (3):
verschillende buitendiameters van de
asbevestiging (4).
1
Beschermring (K) tot aan de aanslag op
de aandrijfas (5) schuiven. De
uitsparingen van de beschermring
moeten in de drie klemnokken van de
transmissiebehuizing (6) vastklikken.
Stervormig hakmes (1) zo plaatsen dat
de kortere asopname (2) naar de
transmissiebehuizing wijst en de
snijkanten (7) naar voor zijn gericht. De
pijlen (8) op de stervormige hakmessen
en de pijl (9) op de
transmissiebehuizing (6) moeten beide
in dezelfde richting wijzen.
Schuif het stervormige hakmes (1) op
de aandrijfas (5).
Stervormig hakmes (1) zo draaien dat
de boringen van de asopname en van
de aandrijfas overeenkomen.
2
Klapspie (S) door de boringen steken
en veiligheidsbeugel dichtklappen.
3
Stervormig hakmes (3) zo plaatsen dat
de kleinere buitendiameter van de
asopname (4) naar het reeds
gemonteerde stervormig hakmes (1)
wijst en de snijkanten (7) naar voor zijn
gericht. De pijlen (8) op de stervormige
hakmessen en de pijl (9) op de
transmissiebehuizing (6) moeten beide
in dezelfde richting wijzen.
Stervormig hakmes (3) in het reeds
gemonteerde stervormige hakmes (1)
schuiven.
Stervormig hakmes (3) zo draaien dat
de boringen van de beide stervormige
hakmessen overeenkomen.
Kans op letsel!
Het apparaat mag alleen met een
stevig aan het basisapparaat
bevestigde duwstang (duwstang
mag in gespannen toestand niet los
zitten) worden geduwd of
getrokken.
6
7
Montage-instructies correct
opvolgen. Vooral letten op de
volgorde en de beschermringen,
stervormige hakmessen en
klapspieën zoals beschreven
monteren. Bij de montage van de
klapspie de afgebeelde
opschuifrichting en het verloop van
de veiligheidsbeugel precies
bekijken. Bij een onjuiste montage
kan de klapspie vanzelf loskomen
en verloren gaan.
Voor een goed werkresultaat
moeten de snijkanten van de
stervormige hakmessen naar voor
(niet naar de duwstang) gericht zijn
– pijlrichting volgen.
8