Operation Manual

Table Of Contents
0478 111 9922 B - NL
70
Uitlaatgassen:
Het apparaat genereert giftige
uitlaatgassen zodra de
verbrandingsmotor is
ingeschakeld. Deze gassen
bevatten giftig koolmonoxide, een kleur-
en reukloos gas, en andere schadelijke
stoffen. De verbrandingsmotor mag nooit
in afgesloten of slecht geventileerde
ruimtes in werking worden gezet.
Starten:
Start het apparaat voorzichtig, volgens de
aanwijzingen in het hoofdstuk ¨Apparaat in
gebruik nemen¨. (Ö 10.)
Houd uw voeten op voldoende afstand van
het snijgereedschap.
Bij het starten mag het apparaat niet
worden gekanteld.
Bij het starten mag de beugel voor
wielaandrijving niet bediend worden.
Start de verbrandingsmotor niet wanneer
het uitwerpkanaal niet door de uitwerpklep
of de grasopvangbox is afgedekt.
Werken op hellingen:
Hellingen altijd in de dwarsrichting, nooit in
de lengterichting bewerken.
Als de gebruiker bij het maaien in
langsrichting de controle verliest over de
grasmaaier kan hij overreden worden door
het maaiende apparaat.
Wees bijzonder voorzichtig als u op een
helling van richting verandert.
Let steeds op een goede stand bij
hellingen en vermijd om met het apparaat
te werken op zeer sterke hellingen.
Om veiligheidsredenen mag het apparaat
niet op hellingen steiler dan 25° (46,6 %)
worden gebruikt. Kans op letsel!
Een stijging van de helling van 25°
betekent een verticale stijging van 46,6 cm
bij een horizontale lengte van 100 cm.
Voor gegarandeerd voldoende smering
van de verbrandingsmotor moeten bij het
gebruik van het apparaat op hellingen ook
de instructies in de meegeleverde
gebruiksaanwijzing verbrandingsmotor in
acht worden genomen.
Werken:
Probeer niet om het mes te
inspecteren zolang de
grasmaaier werkt. Zolang het
maaimes loopt, mag de uitwerpklep niet
worden geopend en/of mag de
grasopvangbox niet worden
weggenomen. Het ronddraaiende mes
kan letsel veroorzaken.
Werk altijd stapvoets en ga bij het werken
met het apparaat vooral niet rennen. Door
snel te lopen met het apparaat is er meer
kans op letsel door struikelen, uitglijden
enz.
Wees bijzonder voorzichtig als u het
apparaat omdraait of naar u toe trekt.
Struikelgevaar!
Gebruik het apparaat uiterst behoedzaam
wanneer u in de buurt van vuilnishopen,
sloten en dijken werkt. Houd met name
voldoende afstand tot dergelijke
gevarenzones.
U moet om in het gras verborgen
voorwerpen heenrijden
(beregeningsinstallaties, palen,
waterkranen, fundamenten, stroomkabels
enz.). Rijd nooit over dergelijke
voorwerpen heen.
Houd rekening met de uitloop
van het snijgereedschap. Het
duurt enkele seconden voordat
het snijgereedschap helemaal
tot stilstand is gekomen.
Schakel de verbrandingsmotor uit, laat het
werkgereedschap tot stilstand komen en
trek de bougiestekker eruit,
wanneer u het apparaat verlaat of als
het apparaat zonder toezicht is,
voordat u bijtankt. Tank alleen wanneer
de verbrandingsmotor volledig is
afgekoeld.
Brandgevaar!
voordat u blokkades opheft of
verstoppingen in het uitwerpkanaal
verwijdert,
voordat u het apparaat optilt en draagt,
voordat u het apparaat transporteert,
voordat er werkzaamheden aan het
maaimes worden verricht,
Levensgevaar door vergiftiging!
Stop onmiddellijk met werken bij
misselijkheid, hoofdpijn,
zichtstoornissen (b v.
blikvernauwing), slecht horen,
duizeligheid of een verminderd
concentratievermogen. Deze
symptomen kunnen onder andere
door een te hoge concentratie
uitlaatgassen worden veroorzaakt.
Gevaar voor letsel!
Houd handen of voeten nooit
boven, onder of tegen draaiende
onderdelen.