Operation Manual

3
Nederlands
English
ItalianoEspañolPortuguês
0478 107 9321 J - NL
Schakel de motor uit en trek de bougie-
dop eraf:
- alvorens blokkeringen los te maken of
verstoppingen in het grasuitworpka-
naal te verhelpen
- als het mes ergens op is gestoten. Het
mes moet worden gecontroleerd op
eventuele beschadigingen
- alvorens de maaier te controleren,
schoon te maken of werkzaamheden
eraan uit te voeren zoals bijv. het ver-
stellen van de maaihoogte
- als de maaier ongewoon sterk begint
te vibreren. Onmiddellijke controle is
geboden
- als u bij de maaier wegloopt
- alvorens bij te tanken
Let op het nalopen van het mes; tot stil-
stand duurt dit enkele seconden.
Plaatselijke bepalingen kunnen de minim-
umleeftijd van de gebruiker vastleggen.
Om brandgevaar te voorkomen dient u
motor, uitlaat en battereijhouder vrij van
gras en bladeren te houden.
Om veiligheidsredenen mag de
grasmaaier uitsluitend bij hellingen tot
max. 25° worden gebruikt.
Onderhoud en reparaties
Trek vóór alle werkzaamheden
aan de grasmaaier de bougie-
dop eraf. Voer uitsluitend
onderhoudswerkzaamheden uit
die staan beschreven in de bedieningshand-
leiding.
Ga voor alle andere werkzaamheden naar
de VIKING-klantendienst. Gebruik uitsluitend
originele onderdelen. Dat geldt in het
bijzonder voor messen.
Let bij het vervangen van het
snijgereedschap op het juiste type
snijgereedschap.
Zorg ervoor dat alle moeren, pennen en
bouten altijd goed vast zitten zodat de
maaier zich in een veilige bedrijfstoestand
bevindt.
Mochten het mes of de grasmaaier op
een hindernis of op een steen o.i.d. zijn
gestoten, dan moet de maaier worden
afgezet en moet er een deskundig onder-
zoek worden uitgevoerd.
Controleer regelmatig de grasopvangin-
richting op slijtage of vermindering van de
werking.
Vervang om veiligheidsredenen versleten
of beschadigde onderdelen.
Waarschuwing: benzine is giftig en uiterst
brandbaar
Bewaar benzine uitsluitend in de daar-
vóór bedoelde tanks.
Tank alleen buiten bij en rook niet tijdens
het bijvullen.
Benzine moet vûûr het starten van de
motor worden bijgevuld. Terwijl de motor
loopt of bij een hete machine mag de
tankdop niet worden geopend of benzine
worden bijgevuld.
Indien er benzine is overgelopen, mag
niet worden geprobeerd om de motor te
starten. In plaats daarvan moet de machi-
ne worden verwijderd van de plaats waar
de benzine is gemorst. Wacht met starten
tot de benzinedampen zijn vervluchtigd
(droogvegen).
Om veiligheidsredenen moeten de benzi-
netank en de tankdop bij beschadiging
worden vervangen.
Laat beschadigde uitlaatpotten vervan-
gen.
Bewaar de machine nooit met benzine in
de tank in een gebouw waarin mogelijker-
wijs benzinedampen in aanraking kunnen
komen met open vuur of vonken of kun-
nen ontbranden.
Laat de motor afkoelen alvorens u de
maaier in gesloten ruimten wegzet.
25°
Hellingshoek