User manual
97
De selectie van het gewenste programma gebeurt met de selectietoetsen „<„ of „>“. U kunt
hierbij kiezen uit vijf verschillende programma’s.
„SET CHARGE“ = Laden
„SET DISCHARGE“ = Ontladen (geen druppellading!)
„SET CHECK“ = Ontladen -> laden
„SET CYCLE“ = Laden -> ontladen -> laden
„SET ALIVE“ = Laden -> ontladen -> laden -> ontladen -> laden
• „CHA“ („CHARGE“) betekent dat de geplaatste accu wordt geladen.
• „DIS“ („DISCHARGE“) betekent dat de geplaatste accu alleen wordt ontladen. Er vindt
geen druppellading plaats.
• „CHK“ („CHECK“) betekent dat het ontladen gevolgd wordt door het laden.
• „CYC“ („CYCLE“) betekent dat de geplaatste accu eerst wordt geladen, daarna ontladen
en tot slot nogmaals wordt geladen.
• „ALV“ („ALIVE“) betekent dat de accu de laad- en ontlaadcycli meermaals moet
doorlopen. Met het „ALIVE“-programma kunt u nieuwe accu’s en accu’s die lange tijd zijn
opgeslagen weer ‘opfrissen’.
Afhankelijk van het geselecteerde programma moet evt. nog de passende laadstroom
worden gekozen.
Laadstroominvoer
Met de pijltoetsen kan dan de laadstroom worden geselecteerd. De overname gebeurt ook
hier opnieuw met de „OK“-toets of automatisch na vijf seconden wachttijd.
Zonder invoer stelt de „Charge Manager 410“ de laadstroom automatisch op 500 mA in.
SLOT1 PROG CHA
SET I-CHA 500mA