User manual

100
b) Programma‘s starten
Na het plaatsen van de eerste accu in vb. schacht S1 verschijnt de volgende aanduiding:
In overeenstemming met de spanning van de geplaatste accu wordt de NiMH-/cd- of NiZn-modus voorgesteld. Daa-
rom moet vb. bij diepontladen accu‘s eventueel nog de actieve accuchemie onder „BATT-TYPE“ manueel worden
gewijzigd en bevestigd.
Daarna kan het gewenste programma worden gekozen. Elk programma beschikt over specieke instelmogelijkhe-
den (zie beschrijving „Functies/programma‘s“).
De keuze en bevestiging „START / AUTOSTART“ voert tot het onmiddellijk uitvoeren van de voorinstellingen met het
programma „RECHARGE“ (heropladen).
Zonder een dergelijke invoer start na ca. 5 seconden automatisch het programma „RECHARGE“ met de automati-
sche laadstroominstelling. Elk drukken op de toerentalmeter reset deze 5 secondenteller.
Belangrijk!
De accuchemie moet in overeenstemming met de geïnstalleerde accu‘s worden geselecteerd.
Een gemengd gebruik met NiMH-/NiCd- en NiZn-accu‘s in de linker (S1/S3/S5/S7) of rechter
(S2/S4/S6/S8) ronde cellenlaadschachten is niet toegelaten!
In de 9 V-blokschachten A en B mogen uitsluitend NiMH- of NiCd-accu‘s worden geplaatst die uit 6 of 7
afzonderlijke cellen bestaan.
Als er een USB-verbinding naar de pc is, is de „AUTOSTART“ gedeactiveerd.
Het scherm verandert alleen naar het overzicht van de laadschachten.