User manual
5
Veiligheidsaanwijzingen
Bij materiële schade of persoonlijk letsel, die/ dat veroorzaakt wordt door onvakkundige
handhaving of het niet in acht nemen van de veiligheidsbepalingen of de gebruiksaanwijzing,
zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt elke aanspraak op garantie.
• Dit apparaat is conform DIN 57 411 deel 1 / VDE 0411 deel 1, beschermende
maatregelen voor elektronische meetapparatuur, resp. IEC 10210-1, opgebouwd en
getest en heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte toestand verlaten. Om deze
toestand te behouden en een veilig gebruik te garanderen, dient de gebruiker de
veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen (“Let op!” en “Aanwijzing!”) die in deze
handleiding staan in acht te nemen.
Volgende symbolen moeten in acht worden genomen:
= Lees de gebruiksaanwijzing
• Meetapparatuur en bijbehorende accessoires horen niet in kinderhanden!
• In industriële omgevingen moeten de ARBO-voorschriften ter voorkoming van ongevallen
voor elektrische installaties en bedrijfsmiddelen opgevolgd worden.
• In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en doe-het-zelf-werkplaatsen moet door
geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van
meetapparatuur.
• Bij werkzaamheden aan voertuigen resp. bij het meten van de accuspanning onder
belasting dient u zich bovendien te houden aan de volgende veiligheidsregels:
a) Een kooldioxide- brandblusser dient steeds bij de hand te zijn.
b) Poetskatoen, smeerdoeken, oplosmiddelen, benzine, andere brandstoffen mogen
alleen in daarvoor bedoelde opbergplekken resp. vaten e.d. bewaard en opgeslagen
worden. Let beslist op de bepalingen betreffende brandpreventie.
c) Draag bij werkzaamheden onder de motorkap steeds een veiligheidsbril en
veiligheidshandschoenen, om uw ogen en handen te beschermen tegen benzine,
stof, opstuivend vuil en losgeraakte rondvliegende machineonderdelen.
d) Kijk nooit bij draaiende motor in de luchtaanzuigingen van de vergasser, omdat bij
een terugslag, verkeerde ontsteking, verkeerd ingestelde of defecte ventielen uit de
aanzuigpijp een steekvlam verwacht kan worden.
e) Raak bij draaiende motor nooit draaiende onderdelen zoals koelventilator, V-snaar,
riemschijf enz. aan. Draag bij lange haren steeds een haarnetje. Werk niet met losse
kleding en/of
met een stropdas aan een draaiende motor.
f) Geen lastmetingen (tuimelschakelaar blijft uitgeschakeld!) bij draaiende motor!
g) Draag geen sieraden zoals kettingen of ringen (ook geen oorringen) en horloges enz.
h) Zorg beslist voor voldoende ventilatie (van de garage of werkplaats), eventueel
vrijkomend (bij verbranding ontstane) koolmonoxide- gas (CO- gas) is zeer giftig.
i) Vermijd het contact met de uitlaat en de koelinstallatie. Gevaar voor verbranding!
Maak nooit bij draaiende c.q. hete motor de afsluiting van de koeler open!
k) Overtuig u ervan dat de auto op de handrem staat (handrem aangetrokken), niet in
een versnelling staat resp. dat bij een “automaat” de schakeling op “Park” staat.










