User manual
8
B Meten van de laadspanning (controle van de dynamo)
Met deze test wordt het laadsysteem van de auto gecontroleerd. Een permanente onder- of
overlading van de auto- accu leidt onverbiddelijk tot een defect. Voor deze test dient eerst de
belastingstest (zoals hiervoor beschreven) uitgevoerd te worden. Als de accu in orde is, kunt
u doorgaan met meten.
Let op!
De motor dient op werktemperatuur te zijn.
Handel als volgt:
- Verbind de klemtangen bij uitgeschakelde ontsteking met de juiste polariteit met de
poolklemmen van de accu en wrik een beetje aan de tangen om zeker te zijn van een
goed contact (de bovenste oxidelagen worden “vrij gekrast”).
- Schakel alle verbruikers (licht, ventilator, achterruitverwarming, booster, enz.) uit, start de
motor en houdt de motor op een enigszins verhoogd stationair toerental van ongeveer
1500 rpm.
- Gebruik bij deze meting nooit de tuimelschakelaar!
- Lees de spanningswaarde van de analoge aanduiding af.
- Schakel nu het grote licht in en zet de ventilator in de hoogste stand. De
spanningsaanduiding mag niet meer dan ca. 0,1 tot 0,3 volt (V) veranderen.
Als de aanduiding relatief stabiel blijft, is het laadsysteem van uw auto in orde. Als de
spanning met meer dan 0,3 V verandert (zowel naar boven als naar beneden), laat dan de
laadelektronica (dynamo, regelaars, borstels, V-snaren, kabels, massapunten,
kabelovergangen, steekverbindingen enz.) bij uw garage controleren.
C Controle van de startmotor
Met deze test valt makkelijk te controleren of de startmotor van uw auto niet teveel stroom uit
de accu afneemt. Bij het starten kunnen onder bepaalde omstandigheden stromen van meer
dan ca. 200 Amp. vloeien. Overtuig u er voor de test van, dat de accu in orde is. Als de accu
zwak of defect is, heeft deze test geen zin. Handel als volgt:
• Verbind de klemtangen met de juiste polariteit met de poolklemmen van de accu en wrik
een beetje met de tangen voor een zeker contact (de bovenste oxidelagen worden “vrij
gekrast”).
• Let op onderstaande tabel. Daarin vindt u opgesomd de minimumspanningen op de accu
tijdens het starten met de startmotor (onderste regel = Cranking) in actie en zonder
startmotor (bovenste regel). De waarden zijn echter sterk afhankelijk van het type auto,
de cilinderinhoud enz. De waarden van de tabel gelden voor voertuigen met een
cilinderinhoud van > 3600 ccm. Bij motoren met minder dan 3600 ccm neemt u de
eerstvolgende hogere spanningswaarde.










