User manual

138
14. BESCHERMINGSVOORZIENINGEN
Er werden op de voeding verschillende automatische beschermvoorzieningen geïntegreerd die de
voeding tegen beschadigingen beschermen. De geactiveerde beschermvoorzieningen worden met
lettercodes op het display weergegeven en gelijktijdig wordt de DC-uitgang uit veiligheidsoverwegingen
uitgeschakeld.
Als een beschermvoorziening actief is, moet de verbruiker onmiddellijk worden
uitgeschakeld en van de voeding worden afgeklemd.
Om de uitgang te heractiveren, schakelt u de voeding uit. Wacht tot alle indicatoren zijn uitgedoofd.
Schakel de voeding opnieuw in. De voeding moet opnieuw normaal functioneren. Indien dit het geval
niet is, kunt u contact opnemen met onze klantenservice.
De volgende weergaven zijn mogelijk:
a) Uitschakeling bij overspanning
Aan de DC-uitgang werd een hogere vreemde spanning vastgesteld
dan deze die de voeding toestaat. De uitgang wordt uitgeschakeld.
Het spanningsniveau voor de uitschakeling zijn in de techn. gegevens
vermeld.
b) Uitschakeling bij oververhitting
De geïntegreerde temperatuursensor heeft een te hoge
systeemtemperatuur vastgesteld. Om oververhitting te voorkomen
wordt de uitgang uitgeschakeld.
Schakel de voeding uit en laat minstens 30 minuten
afkoelen. Controleer na het inschakelen of de ventilator of de
ventilatieopneningen geblokkeerd zijn. In de inschakel-zelftestfase
moet de ventilator hoorbaar lopen. Indien dit het geval niet is, kunt u
contact opnemen met onze klantenservice.