User manual
95
h) Gebruik met afstandsbediening “Remote Ctrl”
Via de ingebouwde “Remote Control”-aansluiting van de afstandsbediening (16) kan de spannings- en stroominstel-
ling met een externe spanningsbron of door een externe, instelbare weerstand (kort “poti”) gebeuren. De aansluiting
van de afstandsbediening gebeurt met de “Remote Control”-inbouwstekker (16) aan de achterkant. Voor de aanslui-
ting werd een Remote-bus inbegrepen.
Bij gebruik met afstandsbediening moet de stroomstuurpad altijd mee aangesloten zijn, aange-
zien de uitgang anders in de stroombegrenzingsmodus “C.C.” schakelt en de uitgangsspanning
wordt begrensd.
Voorbereiding van de aansluiting van de afstandsbediening
Verwijder de zijdelingse schroeven van de ingebrepen steekbus en verwijder met een kleine draaibeweging de
voorste, zwarte contactbus.
Voer achteraan door de metalen huls vijf aansluitleidingen met een leidingsdoorsnede van minstens 0,34mm
2
. Sol-
deer zorgvuldig deze leidingen aan de soldeerlippen nr. 1, 2, 3, 4 en 5 van de zwarte contactbus vast. Let er daarbij
op dat er geen kortsluiting ontstaat.
De nummers van de soldeerlippen zijn aan het zwarte isoleerlichaam aangebracht.
Markeer de losse leidingsuiteinden met de overeenkomstige contactnummers (1-5) om te voorkomen dat ze
verwisseld raken.
Plaats de zwarte contactbus in omgekeerde volgorde in de metalen huls en schroef deze zorgvuldig vast.
De contacttoewijzing gebeurt als volgt:
Contact 1 Interne stuurspanning + 5 V/DC (<50 mA)
Contact 2 Spanningsinstelling
Contact 3 Stroominstelling
Contact 4 Referentiemassa (“Ground”)
Contact 5 Uitgang Aan/uit
Contact 6 - 8 Niet bezet