User manual
95
d) IR-meting
Via het menupunt “IR-METING” gebeurt de meting zonder kleurencamera. Dit vergemakkelijkt het aezen van de 
meting omwille van een homogene beeldachtergrond.
Richt de meetopening (13) verticaal op het meetobject. Let op dat het meetobject niet kleiner is dan het IR-meetop-
pervlak van het toestel.
Druk op de meetknop (9) en houd deze ingedrukt. Op het scherm worden de hoofd-/meetwaarde en alle andere 
geactiveerde parameters weergegeven. De weergegeven hoofdmeetwaarde komt overeen met de gemiddelde 
oppervlaktetemperatuur van het IR-meetoppervlak. Tijdens het meten wordt het symbool “Start” op het scherm weg-
gelaten en het symbool “Pauze” weergegeven.
De balkenweergave in de onderste schermrand geeft voor een snel overzicht de tendens van de huidige meet-
waarde weer (stijgend/dalend).
Na het loslaten van de meetknop (9) wordt voor een betere aezing de laatste meetwaarde nog tot aan de automa-
tische uitschakeling (voorinstelbaar) op de installatie weergegeven. Het symbool “Pauze” dooft uit en de melding 
“Start” verschijnt als teken dat het toestel gereed is om te meten.
e) Contactmeting
 Let op dat de contact-temperatuurmeting alleen aan niet-draaiende en niet onder elektrische spanning 
staande objecten is toegelaten. Verder moet worden opgelet dat contacttemperaturen uitsluitend tot aan 
de toegelaten temperatuur van de sensor mogelijk zijn. De toegelaten temperatuur van de meegeleverde 
draakgevoeliger bedraagt -20°C tot +250°C. Om het gezamelijke meetbereik van het meettoestel te 
gebruiken , zijn optonele thermo-elementen van het type-K verkrijgbaar.
De contactmeting is mogelijk in de meetfuncties “IR CAM”, “IR METING” “DAUWPUNT” en “GEGEVENSLOGGER”.
Naast de contatctloze IR-meting kan ook een thermo-element contactsensor van het type K worden aangesloten. 
De contactmeting maakt het mogelijk om de temperatuur te meten, onafhankelijk van het materiaal en de emis-
seigraad van het object. Er kunnen, naast de meegeleverde draadtemperatuursensor, ook alle tarditionele type-K 
thermo-elementensensor met miniatuurstekker aan de toestellen worden aangesloten.
Sensoraansluiting
•  Open het onderste deksel aan het meettoestel. 
•   Verbind de thermo-elementstekker van de sensor met de polen in de juiste richting in de type 
K-aansluitsokkel (15). Let daarbij op de markering “+” op de stekker en bus. De stekker past 
alleen met de juiste polariteit in de bus.
•   Van bij geactiveerde type-K-functie een thermosensor aan het meettoestel is aangesloten, 
verschijnt tijdens het meten de melding “TK” met de temperatuur van de sensor onder de IR-
meetwaarde.
•   Verwijder de sensor na het beëindigen van het meten en sluit het deksel om het indringen van 
vuil te vermijden.
 De bijkomende functies “MIN”, “MAX”, “AVG” en “DIF” zijn voor de contactmeting niet mogelijk. De gege-
vens hebben altijd betrekking op de IR-meting. 










