User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
Version 09/11
PL-120 T2 THERMOMETER
Bestnr. 12 34 02
BEDOELD GEBRUIK1.
Het apparaat dient voor het meten van de temperatuur en is bijzonder geschikt voor toepassing in
laboratoria en voor industrieel gebruik. De temperatuurmeting gebeurt met twee temperatuursensoren.
De temperatuur kan met temperatuuropnemers van het type K en J worden gemeten. De meetwaarden
kunnen op het uitleesvenster worden bevroren. Het instrument geeft de minimale en maximale waarden en
de gemiddelde temperatuur van een meetcyclus weer. De temperatuur kan in ºC (Celsius), ºF (Fahrenheit)
of K (Kelvin) worden weergegeven. Het instrument kan het verschil tussen de beide temperatuurwaarden
berekenen en aangeven. Het apparaat beschikt over een automatische uitschakelfunctie en over
achtergrondverlichting. De voeding vindt plaats via drie microbatterijen (type AAA).
Het meten onder ongunstige omgevingscondities is niet toegestaan. Ongunstige omstandigheden zijn:
vocht of een te hoge luchtvochtigheid;•
de aanwezigheid van stof, brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen;•
onweer of onweersachtige omstandigheden, zoals sterke elektrostatische velden, enz.•
Dit product voldoet aan de Europese en nationale eisen betreffende elektromagnetische
compatibiliteit (EMC). De CE-conformiteit werd gecontroleerd en de betreffende verklaringen en
documenten werden neergelegd bij de fabrikant.
Het eigenhandig ombouwen en/of veranderen van het product is niet toegestaan om veiligheids- en
keuringsredenen (CE). Een andere toepassing dan hierboven beschreven, is niet toegestaan en kan
leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand,
elektrische schokken, enz. Lees de gebruiksaanwijzing grondig en bewaar deze voor raadpleging in
de toekomst.
LEVERINGSOMVANG2.
Thermometer•
2 x temperatuursensor (type K)•
3 x microbatterij (type AAA)•
Gebruiksaanwijzing•
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES3.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor schade aan eigendom of lichamelijke letsels indien
het product verkeerd gebruikt werd op om het even welke manier of beschadigd werd
door het niet naleven van deze bedieningsinstructies. De waarborg vervalt dan!
Het uitroepteken geeft belangrijke informatie aan voor deze bedieningsinstructies
waaraan u zich strikt moet houden.
Personen / Product
Het product is geen speelgoed en moet buiten het bereik van kinderen gehouden worden!•
Indien gebruikt met andere toestellen, volg dan de bedieningsinstructie en veiligheidsnotities van •
het aangesloten toestel.
Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke schokken, hoge •
luchtvochtigheid, vocht, ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen.
Zet het product niet onder mechanische druk.•
Als het niet langer mogelijk is het apparaat veilig te bedienen, stel het dan buiten bedrijf en zorg •
ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilige bediening kan niet langer worden
gegarandeerd wanneer het product:
zichtbaar is beschadigd, -
niet langer op juiste wijze werkt, -
tijdens lange periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of -
onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde druk. -
In scholen, trainingscentra, hobby- of doe-het-zelf workshops, moet de bediening van elektrische •
apparaten altijd onder supervisie staan van getraind personeel.
Wanneer u het gebruikt op een commercieel terrein, moeten de ARBO-voorschriften ter voorkoming •
van ongevallen met betrekking tot elektrisch apparatuur in acht worden genomen.
Zorg ervoor dat er geen apparaten met krachtige elektrische of magnetische velden, zoals •
transformatoren,motoren,draadlozetelefoonsenradiograschbestuurbareapparatenzichinde
buurt van het product bevinden. Deze kunnen het product beïnvloeden.
Schakel het product nooit onmiddellijk in als het van een koude naar een warme ruimte werd •
overgebracht. Het daarbij ontstane condenswater kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden
beschadigen. Laat het product eerst - uitgeschakeld - op kamertemperatuur komen.
Batterijen
Juiste polariteit dient in acht genomen te worden bij het installeren van de batterijen.•
Batterijen dienen uit het apparaat verwijderd te worden wanneer het voor langere tijd niet •
gebruikt wordt, om schade door lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen
kunnen brandwonden veroorzaken wanneer het zuur in contact komt met de huid, draag daarom
beschermende handschoenen bij het hanteren van beschadigde batterijen.
Batterijen dienen buiten bereik te worden gehouden van kinderen. Laat de batterij niet rondslingeren. •
Het gevaar op inslikken bestaat voor kinderen en huisdieren.
Alle batterijen dienen tegelijkertijd vervangen te worden. Het mengen van oude met nieuwe batterijen •
in het apparaat kan leiden tot batterijlekkage en beschadiging van het apparaat.
Batterijen mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer nooit niet-oplaadbare •
batterijen op te laden. Het risico bestaat op een explosie!
Diversen
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een vakman/gespecialiseerde onderhoudsdienst.•
Voor vragen over het omgaan met het product, die niet beantwoord worden in deze gebruiksaanwijzing, •
is onze afdeling technische ondersteuning bereikbaar op het volgende adres en telefoonnummer:
Voltcraft
®
, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Duitsland, telefoon 0180/586 582 7
BEDIENINGSELEMENTEN4.
1
2
3
4 5 6 7
10
9
8
1. Knop CFK 6. Aansluiting T2
2. Knop T1/T2 7. Uitleesvenster
3. Knop ENTER 8. Knop HOLD
4. Knop aan/uit 9. Knop MAX/MIN
5. Aansluiting T1 10. Knop SET
BATTERIJEN PLAATSEN / VERVANGEN5.
Draai de schroef van het batterijvakdeksel los met behulp van een kruiskopschroevendraaier en 1.
verwijder het deksel.
Plaats drie batterijen van het type AAA en let op de juiste polariteit. De polariteitsaanduiding staat 2.
op de binnenkant van het batterijvak.
Sluit het batterijvak weer.3.
Vervang de batterijen, zodra het batterijsymbool op het uitleesvenster verschijnt.
INGEBRUIKNAME6.
Meet geen temperatuur op spanningvoerende onderdelen of leidingen, omdat bij •
het aanraken een levensgevaarlijke elektrische schok kan ontstaan. Bovendien
kunnen de thermometer en de meetopnemer beschadigd raken.
De bij de levering ingesloten temperatuursensoren zijn uitsluitend bedoeld voor •
metingen in droge omgevingen en voor oppervlakken met een temperatuur
> -20 ºC en < +250 ºC. Ze zijn niet geschikt voor toepassing in vochtige omgevingen
of voor het meten van de temperatuur van vloeistoffen.
De nauwkeurigheid van de uitlezing wordt uitsluitend gegarandeerd als de •
thermometer bij een temperatuur van +18 ºC tot +28 ºC wordt gebruikt (met
uitzondering van de temperatuuropnemers).
De thermometer (met uitzondering van de temperatuuropnemers) mag niet buiten •
het werktemperatuurbereik worden gebruikt. Raadpleeg de specicaties met
betrekking tot de bedrijfstemperatuur in de technische gegevens.
Het volledige meetbereik van de thermometer kan met als optie verkrijgbare •
temperatuuropnemers worden gebruikt.