User manual

56
tiE Tijdinstelling Druk op de knop MAX MIN om te schakelen
tussen de waarden op de tijdinstelpagina.
De bovenste vier cijfers geven de
jaarinstelling (YYYY) aan, daaronder staan de
maandinstelling en de daginstelling (MMDD).
Op het bovenste gedeelte van het
uitleesvenster staat de tijdinstelling in uren
(HH) en minuten (MM). (HH:MM).
rAt Bemonsteringssnelheid Stel de bemonsteringssnelheid in voor real-
time weergave/opslag.
De actuele bemonsteringssnelheid is
zichtbaar (mm:ss) op de betreffende
instelpagina
Druk op de knop MAX MIN voor
omschakeling tussen de waarden op de
instelpagina voor de bemonsteringssnelheid
Druk op de knop ▲T1·T2 (2) of de knop
HOLD ▼ (7) om de waarden aan te passen.
CLR1 Wis geheugen Toont de hoeveelheid leeg geheugen.
Wis het interne geheugen. Selecteer ja
(YES) om te wissen en nee (NO) om de
geheugeninhoud te bewaren.
TI OFFSET T1 offsetwaarde Stel de offsetwaarde in van meting T1.
T2 OFFSET T2 offsetwaarde Stel de offsetwaarde in van meting T2.
5. Ga terug naar de normale weergeefmodus door op de knop SET te drukken en deze vast te
houden.
Bepalen van een afwijking van de meetnauwkeurigheid van een sensor
1. Schakel de thermometer in en plaats de betreffende sensor in een als toebehoren verkrijgbare
temperatuurkalibrator of in een willekeurige andere referentielocatie met een bekende en stabiele
temperatuur.
2. Wacht totdat het uitleesvenster van de thermometer zich heeft gestabiliseerd.
3. Een eventuele afwijking kan handmatig worden gecompenseerd (zie het hoofdstuk “Aanpassen
van de instellingen”).