User manual

92
Diversen
Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het
aansluiten van het apparaat.
Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een
expert of in een daartoe bevoegde winkel.
6. BEDIENINGSELEMENTEN
1. LED-paneelmeterweergave met C.V.- (Constante spanning) en C.C.- (Constante stroom)
indicator
2. Controle-indicator achterkant
3. Regelknop uitgangsspanning
4. Regelknop uitgangsstroom
5. POWER (aan/uit) schakelaar
6. Aux. OUTPUT 5 A MAX (Extra uitvoeraansluitingen)
7. MAIN OUTPUT (Uitgangen)
8. Keuzeschakelaar voor modus
9. Selectieschakelaar voor herroepen
10. Afstandsbediening
11. Invoerrooster koelventilator
12. Voedingsingang en netzekering
13. USB-poort
7. INSTALLATIE VAN DE SOFTWARE
1. Sluit de voedingseenheid pas aan op de pc na de installatie van de software.
2. Plaats de meegeleverde cd in het cd-romstation van een pc.
3. Open het station en dubbelklik op “setup.exe”.
4. Het welkomstscherm van de installatie verschijnt, klik op “OK” om door te gaan.
5. Als u de installatiemap wilt wijzigen, klikt u op “Change directory” en selecteert u de gewenste
locatie.
6. Klik op de knop
om door te gaan.
7. Selecteer een bestaande programmagroep of maak een nieuwe voor de software. De
standaardgroep is HCS. Klik op “Doorgaan” om door te gaan.
8. Het installatieprogramma wordt afgerond.
9. Sluit de voedingseenheid aan op een lege USB-poort van de pc.
10. Schakel de voedingseenheid in met de VOEDING (aan/uit) schakelaar (5).
11. Het apparaat wordt gevonden en automatisch wordt naar het stuurprogramma gezocht. Als dat
niet wordt gevonden, wordt een stuurprogramma gebruikt uit de map “USB Drivers for Win 2K_
XP_S2K3_Vista”.